Het areaal van witte snavelbies loopt van het uiterste noorden van Spanje en de Pyreneeën, over grote delen van West- en Midden-Europa, tot in West-Rusland en Finland. De soort mijdt de arctische gebieden van Europa. In het oosten en het uiterste westen van Noord-Amerika heeft witte snavelbies een ander belangrijk areaal. In Wallonië is witte snavelbies in de voorbije kwarteeuw alleen nog aangetroffen op een handvol groeiplaatsen in de Hoge Ardennen en Lotharingen (SAINTENOYSIMON 1999).
In Vlaanderen is het verspreidingsgebied van witte snavelbies, op twee vindplaatsen na, geheel beperkt tot de Kempen. Het is in Vlaanderen een zeldzame soort, waarvan het aantal vindplaatsen sinds 1972 verder verminderd is. Hier en daar zijn ook nieuwe groeiplaatsen gevonden, niet zelden op recente plagplekken in dichtgegroeide natte heide.
Witte snavelbies is een soort van veenmostapijten en veenmosbulten in voedselarme, zure, verlandende vennen, veenputten en slenken in natte heide. Daarnaast komt ze ook als pionier voor op plagplekken in natte heiden. Meestal is het substraat sterk venig. Op plagplaatsen gaat het echter om zeer humeus zand. In vergelijking met bruine snavelbies staat de soort daar op de lagere, nattere delen. De standplaatsen zijn steeds zeer nat, met winteroverstromingen en een watertafel die in de zomer slechts korte tijd net onder het maaiveld zakt. Bij een lichte mineralisatie van het veen onder doorlopend natte omstandigheden kan witte snavelbies sterk uitbreiden. Bij verdroging, eutrofiëring en verdere successie van veenmosbulten naar natte heide, verdwijnt de soort.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.