Bouwen aan groenexpertise

Vouw

Het geslepen vlak dat de snede vormt

Definitie:

De vouw, enkelvoudig of dubbel, is het geslepen deel van het metaal dat de snede van een werktuig vormt. De hoek tussen de twee vouwen, of tussen de vouw en de platte kant, is de snijhoek.

Bij een enkelvoudig geslepen werktuig zoals een houtbeitel, is er één platte kant en één geslepen vlak of vouw. Een hakbijl wordt tweezijdig symmetrisch geslepen en heeft dus twee vouwen. De vouwen van een bijlsnede worden bol geslepen om een sterke snede te vormen.

Uitgebreid:

De twee vouwen - de geslepen vlakken die de snede vormen - kunnen recht, hol of bol geslepen worden. Een holle vouw is heel gemakkelijk om af te wetten, omdat je hiermee de wetsteen alleen maar nabij de snede raakt. Deze slijpwijze wordt toegepast voor scheermessen. Bij houtbeitels wordt wel eens een gecombineerde methode toegepast: eerst wordt de vouw hol geslepen, waarna het wetten langs de snede met een recht vlak gebeurt. Voor bijlen is een holle vouw niet aan te raden omdat de snede dan te zwak is. Een hakbijl krijgt grotere krachten te verduren dan een beitel, dus daarom is een bolle vouw aan te raden. Opgelet! Bij het slijpen van een werktuig met een bolle vouw zoals een bijl is enige discipline vereist. Het is namelijk verleidelijk om alleen de zone dicht bij de snijrand te slijpen, waardoor er niet zoveel metaal moet weggenomen worden en het slijpproces snel gaat. Het gevolg van dit soort half werk is dat de snijhoek na enkele slijpbeurten zodanig zal toenemen, dat de bijl gemakkelijk gaat afketsen. Daarom is het belangrijk om de vorm van de snede elke drie tot vier slijpbeurten te controleren met de slijpmal, en waar nodig te corrigeren.