Dwergblauwtje
Cupido minimus
Beheer:
Het behouden of herstellen van voldoende grote aantallen Wondklaver in een gevarieerde vegetatiestructuur met hier en daar open grond kan verkregen worden door een gefaseerd maaibeheer. Een eventuele zomerbegrazing met schapen mag niet te intensief zijn omdat bloemhoofdjes met rupsen afgegeten zouden kunnen worden. Herfst- of winterbegrazing met runderen is een betere optie, maar vermoedelijk niet haalbaar in de kleine Vlaamse populaties.
Beheer
Monitoring:
Deze soort kan best worden gemonitord via de standaard vlindermonitoring.
Beschrijving
Areaal:
Het Dwergblauwtje was in de jaren negentig zeer zeldzaam en is dat nog steeds (6 atlashokken – 18 kilometerhokken). De oude waarnemingen van het Dwergblauwtje slaan allemaal op zwervers. Het is pas in het begin van de jaren negentig dat er een populatie ontdekt werd langs het Albertkanaal in het zuidoosten van Limburg. De kans bestaat dat deze populatie daar al langer aanwezig was, maar nooit eerder ontdekt werd. De waarneming in de buurt van Gent is gedocumenteerd met een foto, maar de soort werd daar vermoedelijk aangevoerd met zaad voor het inzaaien van een voormalige skipiste in de Blaarmeersen. Recent werd het Dwergblauwtje ook gevonden
langs de hogesnelheidslijn in Hoksem (Vlaams-Brabant). Het Dwergblauwtje is een typische soort van de Krijt- en Krijt-Leemgebieden.
Ecologie
Ecologie:
De soort heeft 2 generaties waarvan de eerste vliegt van begin april tot begin juli met een piek tussen 20 mei en 8 juni en de tweede van begin juli tot midden september met een piek tussen 14 juli en 11 augustus. De wijfjes zetten de eitjes afzonderlijk af aan de harige basis van jonge bloemhoofdjes van Wondklaver. Na het uitsluipen, kruipen de rupsen in de ontwikkelende bloemhoofdjes. Daarnaast voeden de grotere rupsen zich ook met jonge rupsjes van hun eigen soort die op dezelfde plant zitten. Sommige rupsen ontwikkelen zich nog tot pop in hetzelfde jaar en brengen een kleine tweede generatie voort, maar de meeste rupsen overwinteren als volgroeide rups in holtes in de grond aan de voet van de waardplant. Overwinterende rupsen worden vermoedelijk bezocht door mieren en soms zelfs meegenomen naar de mierennesten waarin de rupsen dan verpoppen. Vaak gebruikte nectarplanten zijn Wondklaver, Gewone rolklaver en Rode klaver. De vlinders zijn honkvast, maar af en toe worden zwervers gezien ver buiten de bekende populaties. Het Dwergblauwtje komt vaak in dezelfde gebieden voor als Boswitje, Icarusblauwtje, Klaverblauwtje en Koninginnenpage.
Status en bescherming
Rode lijst:
Bijna bedreigd
Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Vogelrichtlijn:
Nee
Jachtwild:
Nee
Invasieve exoot:
Nee
Soortenbesluit:
Status:
Op de Rode lijst staat deze soort als bijna in gevaar. Op de Rode Lijst van 1999 was het Dwergblauwtje zeldzaam (bijna in gevaar). In Wallonië is de soort bijna in gevaar, in Nederland is ze regionaal uitgestorven, in Groot-Brittannië is ze bijna in gevaar, maar in Europa is ze momenteel niet in gevaar.
De behoudspriotiteit is vrij hoog vanwege de Rode-Lijststatus in Vlaanderen. Het Dwergblauwtje is een prioritaire soort voor Limburg.
Bedreigingen:
Volgens de voorspellingsmodellen zou het klimaat in België ook in 2050 geschikt zijn voor het Dwergblauwtje.
Relaties
- heeft als exclusieve soort :
- heeft als waardplant:
- is een nectarbron voor:
Typering:
graslandvlinder
Biotooptype:
Graslanden
Gebruikte begrippen en soorten
Samenwerking en referenties
-
Bomenwijzer
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
-
-
Test jezelf
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.
