Muntjak is de kleinste bij ons voorkomende hertachtige. Ze hebben een vrij rond rugprofiel, het formaat van een vos of een grote haas. De bovendelen zijn meestal kastanjebruin/roodachtig/grijsbruin, terwijl de buik gelig is met wit aan de binnenkant van de dij en de kin. De gezichten van beide geslachten vertonen opvallende V-vormige kruinstrepen. Bokken hebben een kort (6-8 cm), naar achter gericht gewei bestaande uit een enkele stang en opvallende bovenste snijtanden die als slagtanden naar buiten steken. Hun vrij lange (tot 15 cm) staarten (dit in tegenstelling tot ree) zijn uniform van kleur, met enkel wit aan de onderzijde van de staart dat meestal bedekt is door de okerkleurige staart . Muntjaks hebben een hondachtig voorkomen. Het geluid is een enkelvoudige, scherpe blaf herhaald met korte tussenpauzen, en vaak met langere intervallen in de voortplantingsperiode
Actieve bestrijding van deze invasieve exoot is noodzakelijk om onze inheemse biodiversiteit te beschermen. Gezien de beperkte verspreiding in Vlaanderen wordt voor muntjak totale verwijdering nagestreefd, louter beheersing of nulbeheer zijn voor deze soort dus geen optie. Muntjak kan bestreden worden door afschot en eventueel afvangst. Er dient steeds toestemming gevraagd te worden aan de terreineigenaar om op het betreffende terrein te mogen bestrijden.
Waarnemingen van Chinese muntjak kunnen doorgegeven worden via het waarschuwingssysteem invasieve exoten(opent nieuw venster). Het melden van muntjak kan ook eenvoudig via mail naar Inbo Faunabeheer . Vermeld daarbij duidelijk de locatie, waarnemer, datum en voeg eventueel bewijsmateriaal toe (foto’s, geluidsframenten). Aangereden of geschoten dieren worden ingezameld voor wetenschappelijk onderzoek. Hebt u een verkeersslachtoffer gevonden, kan u voor de inzameling contact opnemen met het Agentschap voor Natuur en Bos of met het INBO (faunabeheer@inbo.be). Ongeacht de gekozen methode voor het verwijderen van muntjakken, is een goede flankerende inventarisatie essentieel voor succesvolle actie. Het plaatsen van een wildcamera of trailcam vormt voor deze schuwe en vooral nachtactieve soort de beste methode, eventueel in combinatie met het gebruik van lokmiddelen (mais, klimop). De meest gebruikte types zijn Bushnell en Reconyx.
Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar de herkenningsfiche (zie publicaties hieronder) Muntjak is de kleinste bij ons voorkomende hertachtige. Ze hebben een vrij rond rugprofiel, het formaat van een vos of een grote haas, een gewicht tot 18kg en een kop-romp lengte tot 100 cm. De schouderhoogte is ongeveer 50 cm bij mannetjes en 47 cm bij wijfjes. De bovendelen zijn meestal kastanjebruin/roodachtig/grijsbruin, terwijl de buik gelig is met wit aan de binnenkant van de dij en de kin. De gezichten van beide geslachten vertonen opvallende V-vormige kruinstrepen. Bokken hebben een kort (6-8 cm), naar achter gericht gewei bestaande uit een enkele stang en opvallende bovenste snijtanden die als slagtanden naar buiten steken. Het gewei buigt naar achteren en eindigt bij oudere dieren in een kromme punt. Hun vrij lange (tot 15 cm) staarten (dit in tegenstelling tot ree) zijn uniform van kleur, met enkel wit aan de onderzijde van de staart dat meestal bedekt is door de okerkleurige staart (reeën hebben een duidelijke spiegel). Muntjaks hebben een hondachtig voorkomen. Het geluid is een enkelvoudige, scherpe blaf herhaald met korte tussenpauzen, en vaak met langere intervallen in de voortplantingsperiode Sporen van Chinese muntjak zijn zeer kleine (minder dan 3cm lang en 2cm breed) hoefafdrukken met meestal een typische asymmetrie . De uitwerpselen zijn zwart, blinkend en gestreept. Ze kunnen bolvormig tot cilindrisch zijn, maar gewoonlijk gepunt aan een uiteinde. De keutels zijn iets kleiner dan die van ree en zijn soms in latrines te vinden. Bij territoriumconflicten schrapen mannetjes met hun voorpoten over de grond, waarbij de onderliggende bodem bloot komt te liggen. Gerafelde boomschors, veroorzaakt door het vegen van geweien, kan gemakkelijk verward worden met rafels veroorzaakt door reeën, maar doet zich meestal voor op een lager niveau (10-40 cm boven het maaiveld).
De soort werd reeds in alle vijf de Vlaamse provincies waargenomen, hoewel beduidend meer in de provincies Antwerpen en Limburg (zie de verspreidingskaart(opent nieuw venster). Het aantal waargenomen dieren is telkens laag, maar recent is rond een aantal privédomeinen en openbare domeinen (omgeving Schoten-Brasschaat) in de provincie Antwerpen het aantal waarnemingen toegenomen.In de andere provincies duiken af en toe individuele dieren op in tuinen of als verkeersslachtoffer.
Chinese muntjakken hebben aseizoenale voortplanting zonder uitgesproken voortplantingsseizoen. Kalfjes worden het hele jaar door geboren. Doorgaans werpt een hinde één kalf (af en toe twee) na een zwangerschap van 209 tot 220 dagen. Volwassen vrouwtjes komen na de geboorte van het jong onmiddellijk terug in oestrus (postpartum oestrus), en worden vaak enkele dagen na de geboorte terug zwanger. Dieren zijn geslachtsrijp op relatief jonge leeftijd en kunnen een eerste keer zwanger worden op de leeftijd van 5-6 maanden, maar gewoonlijk nemen ze deel aan de voortplanting vanaf 7 maand of ouder. Het kalf blijft verscholen in het struikgewas tot het in staat is mee te bewegen met de hinde. Na twee maanden zogen is het kalf niet meer afhankelijk van moedermelk (gespeend). Ongeacht het seizoen waarin de hindes geboren zijn, nemen ze deel aan de voortplanting vanaf het moment dat ze ± 10kg zwaar zijn. Meestal bereiken ze dit gewicht gedurende het eerste levensjaar. Wanneer muntjak bokken geboren zijn in de herfst kunnen ze al na 36 weken seksueel actief zijn. Bokken die geboren zijn in de andere seizoenen zijn aanzienlijk later seksueel actief. Bokken vertonen een duidelijke geweicyclus. Desondanks zijn ze toch het jaar rond vruchtbaar. Na 10 maanden ontwikkelen de meeste bokjes een simpel gewei (bestaand uit één deel), na drie jaar hebben de meeste bokken een dichotoom (uit twee delen bestaand) gewei. De bokken pogen gedurende het jaar een territorium te bemachtigen met veel vruchtbare hindes. Indien nodig wordt er om deze territoria gevochten. Hierbij maken de bokken gebruik van zowel de hoektanden als het gewei. Muntjakken leven meestal solitair, af en toe komen ze echter samen in paren of familiegroepen. Individuen hebben een homerange van ongeveer 100 ha. De homeranges overlappen en zijn vrijwel even groot ongeacht het geslacht. Homeranges van hindes vertonen meer overlap dan deze van bokken, wat suggereert dat bokken territorialer zijn dan hindes. De dieren gebruiken een klier vooraan de oogkas om hun territorium te markeren.
Habitat Muntjaks leven vooral in bosgebieden met dichte ondergroei van struiken, kruiden en lianen. Muntjak heeft een voorkeur voor permanent dichte dekking in bos of struikgewas, vaak in gebieden met gevarieerde bodemflora. Verder komt de soort in verschillende habitattypes voor, voor zover er voldoende dekking en voedsel aanwezig is. Op landschapsschaal komt muntjak voor in gebieden met relatief meer randen en open plekken versus gesloten habitat dan bijvoorbeeld ree. Muntjakken passen zich snel aan een veranderende omgeving aan, en komen ook in tuinen, struikachtige delen van parken en langs spoorwegbermen voor. Door hun onopvallend gedrag en geringe grootte kunnen ze dicht in de buurt van mensen leven zonder opgemerkt te worden. Dieet en foerageergedrag Muntjakken zijn opportunisten. De dieren zijn geen bulk graseters maar hebben een gevarieerd dieet van bloemen (boshyacint, bosbingelkruid, slanke sleutelbloem en andere voorjaarsflora), kruiden (bramen, klimop…), noten, bessen, eikels, kastanjes en paddenstoelen als voornaamste voedsel. Uitzonderlijk doet een muntjak zich ook tegoed aan aas en eieren en aan gewassen als maïs, rapen enz.
Het wettelijk statuut van deze soort wordt geregeld door de Europese verordening n° 1143/2014(opent nieuw venster) en het Vlaamse soortenbesluit van 15 mei 2009(opent nieuw venster). In alle Europese lidstaten is het sinds 3 augustus 2016 verboden om deze soort te importeren, te houden, te kweken, te vervoeren, te verhandelen, te gebruiken, uit te wisselen, of in het wild los te laten (zie verder).
De soort mag in Vlaanderen worden bestreden volgens de bepalingen van het soortenbesluit. Bestrijding mag worden uitgevoerd door (of met toestemming van) de eigenaar, de (ver)huurder, de exploitant of de grondgebruiker(s) van het terrein waar de bestrijding plaatsvindt.
De impact van muntjak is goed gedocumenteerd. Het graas- en snoeigedrag van muntjak heeft een grote impact op de structuurvariatie in bossen. De soort kan gevoelige bosflora vernielen door vraat en kan verjonging van hakhoutbestanden (vb. hazelaar) verhinderen. Ook cascade-effecten op andere soorten zoals dagvlinders en zangvogels zijn gedocumenteerd. In hoge dichtheden is er voor weggebruikers een verhoogd risico op aanrijdingen (muntjakken zijn daarbij relatief meer betrokken dan andere soorten) en veroorzaakt de soort schade aan tuinen, jong zaaigoed of plantsoen in boomkwekerijen en bossen en in mindere mate aan landbouwgewassen. Door overlap in habitat met ree, is concurrentie voor voedsel niet uitgesloten. Volwassen muntjakken hebben bij ons geen natuurlijke vijanden al wordt in sommige bronnen gesteld dat vossen en honden jonge dieren kunnen doden.
De muntjak werd aan het einde van de 19de eeuw geïntroduceerd in het Verenigd Koninkrijk als huisdier. Momenteel is de muntjak er wijdverspreid en talrijk, de soort heeft zich gevestigd van de oost- en zuidkust tot Yorkshire (uitgezonderd Kent) in het noorden en Wales in het westen. Naast de populatie in het Verenigd Koninkrijk komt de soort ook met zekerheid voor in Ierland, België en Nederland. De muntjak werd ook geïntroduceerd in Frankrijk, het is echter niet zeker of er momenteel gevestigd populaties voorkomen. Muntjakken werden na hun ontdekking in de 19de eeuw ingevoerd als sier- en jachtwild op grote landgoederen. Van hieruit is de soort ontsnapt naar het wild. De muntjakpopulatie(s) In België zijn vermoedelijk het gevolg van muntjakken die ontsnapten uit collecties of losgelaten werden in het wild.
Het wettelijk statuut van deze soort wordt geregeld door de Europese verordening n° 1143/2014(opent nieuw venster) en het Vlaamse soortenbesluit van 15 mei 2009(opent nieuw venster). In alle Europese lidstaten is het sinds 3 augustus 2016 verboden om deze soort te importeren, te houden, te kweken, te vervoeren, te verhandelen, te gebruiken of uit te wisselen. Het is uitdrukkelijk verboden om de soort in het wild los te laten.
In Vlaanderen mogen enkel zoogdieren van de positieve lijst(opent nieuw venster) worden gehouden.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.