Haag en heg

Bij de aanplant van hagen let je op volgende zaken: • plantgoed met naakte wortel (is goedkoper en de beste oplossing) • Aanplanten kan van oktober tot maart maar niet als het vriest, de grond verzadigd is met water of er hevige winden zijn. • Even diep planten als op de kwekerij, nooit dieper • Maak het plantgat voldoende groot, de wortels moeten kunnen hangen met hun punten naar beneden (niet gedraaid of met wortelpunten naar boven) • 2 tot 3 planten per lopende meter is voldoende voor een dunnere geschoren haag van ongeveer een halve meter tot een meter breed • Voor bloemende bredere hagen is 1 plant per meter voldoende Nadat de haag is aangeplant moet je snoeien. Het eerste jaar na de aanplant of reeds tijdens de aanplant kan men de planten terugzetten tot op 15 cm. Hierdoor vertakken ze laag tegen de grond. Dit doe je niet bij naaldbomen, hier snoei je de hoofdas pas af als hij de gewenste hoogte heeft. De volgende jaren snoei je ze kort om een dichte haag krijgen. Grassen en andere planten die de jonge aanplant verstikken moet je verwijderen. Bloeiende struiken worden slechts licht gesnoeid. Zomerbloeiers snoei je in de winter, lentebloeiers pas na de bloei. Het scheren van de haag gebeurt bij bladverliezende soorten zoals beuk en haagbeuk éénmaal in de vroege zomer en éénmaal in de late herfst. Snelgroeiende haagplanten zoals liguster kan je best 3 maal per jaar scheren dit om te vermijden dat ze een kale stamvoet krijgen door lichtgebrek. Om lichtgebrek te voorkomen snoei je in een kegelvorm, zoals de letter A, maar dan met een afgeronde of platte top. Het snoeien gebeurt best niet van voor de maand juni, zo hou je optimaal rekening met broedende vogels. Voor de natuur zijn brede en oude hagen het nuttigst. Dus snoei de hagen niet te smal als je daar tenminste de plaats voor hebt. Hagen waar bramen of rozen in klimmen bieden extra beschutting voor vogels. Bramen zorgen ook voor lekkere vruchten, zowel voor de vogels als voor de tuineigenaar.