Broei is een proces waarbij koolhydraten worden verbrand tot koolzuur (CO2) en water (H2O) onder afgifte van warmte. Dit kan worden veroorzaakt door enzymatische omzettingen, door microbiologische omzettingen (door mesofiele en door thermofiele micro-organismen – respectievelijk optimaal groeiend tussen 15° - 50°C en tussen 50° - 60 °C) en uiteindelijk door chemische reacties. Indien de geproduceerde warmte niet kan worden afgevoerd, zal de temperatuur in de opslag gaan stijgen wat, afhankelijk van de juiste omstandigheden en het type biomassa, zelfs kan leiden tot het ontstaan van brand in de biomassa-opslag. Er zijn wel zeer specifieke condities van meerdere factoren zoals temperatuur, vochtgehalte van het materiaal, zuurstofbeschikbaarheid, luchtvochtigheid, luchtstromingen, oppervlaktestructuur van het materiaal nodig om de broei over te laten gaan in zelfontbranding. De warmte die vrijkomt bij natuurlijke broei wordt veroorzaakt door vergisting. Bij dit energetisch proces verliest het hout een deel van zijn massa. Het massaverlies bedraagt tussen de 0,5 tot 4% per maand.

. (Inverde, Bert Geeraerts)
Gecontroleerde broei bij houtsnippers

Gecontroleerde broei

Houtchips kunnen op een natuurlijke wijze gedroogd worden door gebruik te maken van gecontroleerde broei. Dit is een goedkoper alternatief voor het geforceerd drogen van houtchips met bijkomende energie. De temperatuur stijgt in het centrale deel van de hoop door broei, en veroorzaakt convectie. De lucht circuleert dan door de hoop, en de warme lucht transporteert waterdamp naar het koudere oppervlak van de hoop waar dit water condenseert. Onder optimale omstandigheden kan het vochtgehalte, in 5 à 8 maanden, gereduceerd worden tot