Bosbehoud en bosbescherming

Verbodsbepalingen in bossen

Binnen bossen gelden specifieke regels inzake het behoud en de bescherming van dit vegetatietype. Deze regels zijn neergeschreven in het Bosdecreet. Als beleidsadviseur en natuurinspecteur is het bijgevolg van groot belang om te kunnen uitmaken of een vegetatie valt onder het begrip bos of niet.

Tijdens het basistraject hebben we de wettelijke definitie van het begrip bos uit het Bosdecreet (art. 3) behandeld en gemerkt dat dit niet altijd eenvoudig is. ANB heeft een interne richtlijn die het begrip verder verfijnt ('richtlijn definitie bos').

Eens een vegetatie als bos gedefinieerd kan worden dan is het Bosdecreet er op van toepassing. In het bosdecreet staan een groot aantal activiteiten opgesomd die verboden zijn in bossen (bekijk zeker art. 20, 96, 97 en 99 van het Bosdecreet eens!).

Enkel de activiteiten of handelingen die opgenomen zijn in een goedgekeurd beheerplan of deze waarvoor een machtiging van ANB en/of toestemming bekomen is bij de eigenaar/beheerder kunnen in bossen uitgevoerd worden.

Kappen van bomen binnen bossen

Kappen van bomen binnen bossen kan gebeuren in het kader van regulier bosbeheer (bos blijft bos).

Voor dergelijke kappingen, die niet in het goedgekeurde beheerplan zijn opgenomen, moet een kapmachtiging worden aangevraagd (ook al betreft het maar 1 boom - zelfs al is die dood - in het ganse bosbestand). Kappingen voorzien in een goedgekeurd beheerplan mogen onmiddellijk worden uitgevoerd en zijn niet meldingsplichtig.

Uitzonderingen hierop zijn de kapping omwille van sanitaire redenen of omwille van acuut gevaar.

  • Zeer dringende kappingen om veiligheidsredenen in private bossen kunnen uitgevoerd worden zonder kapmachtiging, maar dan moet de kapping en de motivatie wel ten laatste 24 uur na de kapping schriftelijk gemeld worden aan het Agentschap voor Natuur en Bos.
  • Bij een kapping om sanitaire redenen ('sanitaire kap') moet de kapping en de motivering ervan minstens veertien dagen voor het uitvoeren van de kapping schriftelijk gemeld worden aan het agentschap (sanitaire redenen = voorkomen van verdere aantasting door ziekte).

Bij dergelijke kappingen moet de bosbeheerder ook binnen de 6 maanden na de kapping een voorstel van herstelmaatregelen ter goedkeuring aan het agentschap voorleggen. Dit kan eenvoudig via het invullen van hetzelfde formulier als voor het aanvragen van een kapmachtiging (zie verder). In dit geval vermeldt men duidelijk op het formulier dat de kapping al uitgevoerd is en waarom.

Wie een kapmachtiging (KM) aanvraagt, is vrijgesteld van de plicht om een omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen aan te vragen. Het Agentschap voor Natuur en Bos zorgt ervoor dat de voorwaarden bij de kapmachtiging zo opgesteld worden dat er voldaan is aan de zorgplicht, zoals opgelegd in art.16,§2 van het Natuurdecreet.

Een omgevingsvergunning voor het kappen van hoogstammige bomen (zonder dat dit leidt tot ontbossing) is niet vereist voor bomen in bosverband!

Ligt het bos in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), dan is in toepassing van het Natuurdecreet voor bepaalde werken ook een individuele ontheffing van de VEN-verboden nodig (bv. heraanplant met exoten, gebruik van glyfosaat bij bestrijding van Amerikaanse vogelkers…). Het ANB zal deze ontheffing in één besluit met de kapmachtiging verlenen. Er moet hiervoor dus geen aparte aanvraag ingediend worden.

Bovendien geeft een KM nooit toelating om bomen te kappen om aan het terrein een andere functie te geven (bv. tuin, graasweide). Om illegale ontbossing te voorkomen organiseert het Agentschap voor Natuur en Bos jaarlijks gerichte controles van een aantal dossiers, waarbij gecontroleerd wordt of de bosbeheerder voldaan heeft aan de voorwaarden van de kapmachtiging, vooral dan aan de herplantingsplicht.

Kapmachtiging: procedure

Voor kappingen in private bossen wordt de kapmachtiging aangevraagd door de bosbeheerder via het formulier dat door het ANB ter beschikking wordt gesteld (zie www.natuurenbos.be). Het ondertekende formulier wordt ingediend bij ANB AVES.

ANB beslist binnen 60 dagen na de ontvangst van de aanvraag of de kapping kan worden uitgevoerd, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De originele kapmachtiging wordt naar de bosbeheerder gestuurd, een kopie ervan wordt aan het gemeentebestuur bezorgd, en aan de aanvrager als deze aanvraag niet door de bosbeheerder werd ingediend.

Als de aanvraag na 60 dagen niet behandeld is, wordt ervan uitgegaan dat de kapaanvraag is ingewilligd (stilzwijgende goedkeuring).

Voor kappingen in openbare bossen geldt dezelfde procedure als bij kappingen in private bossen. Enkel voor kappingen in openbare bossen opgenomen in de gezamenlijke houtverkoop moet er geen aparte kapmachtiging worden aangevraagd: het ANB verleent de machtiging automatisch bij de goedkeuring van de liggingstaat.