Bouwen aan groenexpertise

Onkruidbranders

Verschroei het onkruid

Definitie:

Verschillende types onkruidbranders zijn er op de markt:

  • Stootbranders brengen de vlam rechtstreeks op de vegetatie.
  • Infraroodbranders combineren een stootvlam met infraroodstraling via een stralingsrooster aan de onderzijde van het brandercompartiment.
  • Andere modellen werken met een stevige ventilator waar het de hete lucht is die de planten laat afsterven. Groot voordeel van deze modellen is dat het brandgevaar sterk wordt verminderd.

De ondergrondse delen van vooral grassen en andere pollenvormende kruiden worden niet of nauwelijks aangetast waardoor deze na verloop van tijd terug uitlopen. Hier is het uitputtingsprincipe van toepassing. Voor geringe en matige kruidgroei is branden effectief. Bij vochtige omstandigheden is een tragere rijsnelheid nodig om effectief te bestrijden, dus best droog en warm weer. Meestal wordt er met propaan of LPG als brandstof gewerkt. Er zijn diverse maten en modellen:

  • Handbranders met gaspatronen
  • Ruggedragen handbranders
  • Manueel te verduwen modellen, één- of tweeassig
  • Zelfrijdende modellen
  • Aanbouwunit voor één- of meerassige trekkers en werktuigdragers zowel vooraan als achteraan. Optimaal is een aanbouwunit, vooraan bevestigd met een beweegbare arm (“side-shift”). De brander is goed zichtbaar manoeuvreerbaar en zo het meest productief.
  • Een aangebouwde handbrander is handig voor de onbereikbare plaatsen. Via een verdamper wordt het vloeibare gas in dampfase naar de brander geleid, zoniet wordt de gasfles in een waterbad op temperatuur gehouden om het bevriezen van de fles te voorkomen (Zacho).
Uitgebreid:

Voordelen:

  • Op bijna alle verhardingen toepasbaar, behalve op asfaltbeton met een hoog bitumengehalte zoals fietspaden
  • Kruiden worden gedeeltelijk weggebrand/verkruimeld
  • Weinig geluidhinder
  • Onkruidzaden worden eveneens hun kiemkracht ontnomen
  • Met een handbrander ook op moeilijk bereikbare plaatsen
  • Geen geur of stofhinder

Nadelen:

  • Bij matige en zware kruidgroei sterven niet alle bovengrondse planten delen af.
  • Bij wind en regen minder effectief.
  • Voorbehandeling: zwerfvuil en bladeren ruimen
  • Resultaat is niet direct zichtbaar
  • Brandgevaar is een aandachtspunt
  • Eventueel emissie van gasverbranding
  • Emissie uitlaat en lawaai verbrandingsmotor

Werktechniek:

Vooral de werksnelheid en de opstellingshoogte van de branderbak zijn bepalend voor het resultaat van het branden. Stel daarom de brander zo laag mogelijk op zonder dat deze bij de minste oneffenheid blokkeert. Bepaal de rijsnelheid door het uitvoeren van een drukproef. De rijsnelheid is eveneens afhankelijk van de aard en vochtigheid van de begroeiing en het type onkruidbrander. Werk met een overlapping, maar overdrijf niet.

Bedrijfsklaar maken van de onkruidbrander:

Het verwisselen van een gasfles gaat als volgt

  • Draai de hoofdkraan toe
  • Laat het restant van gas ontsnappen
  • Draai de koppeling los ( opgelet Engelse schroefdraad)
  • Maak de koppeling op de nieuwe fles vast en let op dat de afdichtingsring goed zit
  • Controleer op gaslekken. Alvorens men met het werk begint, maar zeker bij het verwisselen van een gasfles of een gasdarm dient me een controle op gaslekken uit te voeren. Dit gaat het makkelijkst met een gaslekspray, maar gaat ook met zeepsop. Wanneer er een gaslek aanwezig is ontstaan er bellen. Men gaat dit op de risicoplaatsen uitvoeren. Dit zijn de koppelingen en de plaatsen waar de darm op de grond schuurt.
  • Controleer de gasdruk. De gasdruk moet een door de fabrikant vastgestelde waarde hebben. Deze kan aangepast worden met behulp van een gasdrukregelaar. De meeste onkruidbranders werken met een gasdruk van 2 bar.

De brander ontsteken:

Dit verschilt naargelang type en model. Maar volgende handelingen moeten meestal achtereenvolgens uitgevoerd worden:

  • Draai de gaskraan op de fles open
  • Open de gastoevoer naar de brander
  • Ontsteek de brander (aansteker, piëzo-ontsteking of elektrisch)
  • De brander uitschakelen doe je door de gaskraan toe te draaien.
  • Sommige types zijn uitgerust met een slagbreuk of vlamdoofbeveiliging.