/Begrazing: een vloek of een zegen voor sprinkhanen?
Begrazing: een vloek of een zegen voor sprinkhanen?
In deze studie wordt gekeken naar de effecten van begrazing op sprinkhaangemeenschappen (soortenrijkdom zowel als zeldzame soorten) als naar de effecten op enkele kenmerken van de vegetatie die van belang kunnen zijn voor sprinkhanen. De soortenrijkdom aan sprinkhanen neemt af wanneer de vegetatie begraasd wordt. Dit wordt volledig verklaard door de afwezigheid van sabelsprinkhanen in lage vegetaties, terwijl zeldzamere soorten veldsprinkhanen juist wel lijken te profiteren van begrazing.
Veel soorten reageren waarschijnlijk niet zozeer op de grote grazers zelf, meer op de veranderingen van vegetatiestructuur en/of voedselkwaliteit die met begrazing samengaan. Als dit zo is, zul je dus uiteindelijk de meeste soorten sprinkhanen vinden in gebieden met zowel korte, begraasde (of bijvoorbeeld gemaaide) vegetatie als hogere, onbegraasde vegetatie, met kleinere en zeldzamere veldsprinkhanen overwegend in het eerste vegetatietype, en sabelsprinkhanen vooral in het tweede vegetatietype.