Extra kap én verjonging bij Staatsbosbeheer
Met de veranderingen in de rijksfinanciering gaat Staatsbosbeheer de komende jaren extra oogsten én verjongen om haar werking deels zelf te kunnen financieren.
Wat kan een extra oogst verantwoorden?
- extra aandacht voor recreatie en natuur in het multifunctionele bos ging gepaard met verminderde aandacht voor houtproductie.
- verminderde bijgroei (daling van 15% in 15 jaar tijd) wegens bevordering van inheems loofhout en huidige opstanden die over groeipiek heen zijn
Bij de omvorming naar inheems naaldhout is niet voldoende aandacht geschonken aan kwaliteit en bijgevolg is 'de nieuwe generatie' niet in staat om de houtproductiefunctie van het bos te dragen (slechts 3% van het huidige bosareaal met houtproductiedoelstelling)
Verder wordt een voorzichtige kritiek gelanceerd op het 'geïntegreerd bosbeheer' dat heeft geleid tot een soort 'groene soep'. In plaats van overal alles te willen combineren, ijvert de auteur voor scherpere keuzes en bijgevolg betere zonering van functies binnen het bos. Concreter houdt dit de afbakening in van grotere eenheden van ('wilde') natuur en kleinere natuurkernen in productiebos ingebed en met elkaar verweven d.m.v. een functionerende ecologische structuur. Dit alles zal worden uitgewerkt in Kap&Verjongingsplannen.
In plaats van doordunnen wordt nu meer ingezet op verjongingskap. Een boom is kaprijp als zijn doeldiameter is bereikt (min 40 cm - max 60 cm!) en zijn groeirendement (relatieve volumebijgroei) minder dan 2 % bedraagt. De komende 5 jaar zal zo 10% van het multifunctionele bos worden verjongd (2% per jaar, vanaf zesde jaar tempo van 1% per jaar). Voor de verjoning wordt gewerkt met zogenaamde 'handige bostypes' zoals de combinaties berk-den-eik en douglas-lork-beuk.