Habitat preference in territories of the red-backed Shrike Lanius collurio and their food richness in an extensive agriculture landscape

Vier verschillende biotooptypes in Oost-Polen werden onderzocht op hun geschikheid voor de Grauwe klauwier: weilanden, hooilanden, braakland en akkers. Dit werd gedaan door op zoek te gaan naar de dichtheid van geschikt voedsel, insecten van minstens 4mm, maar liefst 10mm en groter. Er werd vastgesteld da Grauwe klauwieren akkers vermeden, en dit kwam overeen met het voorkomen van de insecten. Weilanden hadden het hoogste gehalte aan insecten van 4-10mm en insecten van meer dan 10mm. In braakliggend terrein kwamen de minste insecten voor van -10mm en in akkers de minste van +10mm. Vooral het voorkomen van kevers, vliesvleugeligen (bijen en wespen) en sprinkhanen waren bepalend voor het voorkomen van de klauwieren.