Mesurer l'ouverture du couvert et estimer la disponibilité en lumière en forêt feuillue au moyen du densiomètre convexe

De convexe densiometer is door zijn eenvoudig gebruik een handig instrument om de beschikbare lichthoeveelheid in de onderetage te schatten. De convexe densiometer is in 1956 door Paul Lemmon (USA) ontworpen om de openheid van het kronendak in het bos te meten. Een ervaren persoon meet de kroonsluiting op een bepaald punt in het bos in 1 minuut. Voor een verjongingseenheid van 10 are zou dat ongeveer 10 min zijn. De geschatte kroonsluiting met de densiometer wijkt lichtjes af van de meetwaarde van een lichtmeter, die de fotosynthetisch actieve straling waarneemt. Niettegenstaande, is er een sterke correlatie te zien. De auteurs hebben door middel van veelvuldige metingen in loofbossen met verschillende samenstelling en structuur vastgesteld dat met een simpele vermenigvuldiging van de waarde van de densiometer met een bepaalde factor, een goede schatting voor de kroonsluiting en dus ook een indicatie voor de hoeveelheid licht in de onderetage verkregen wordt.