/Monitoring of Orthoptera in Flemish Nature reserves: aims and preliminary results
Monitoring of Orthoptera in Flemish Nature reserves: aims and preliminary results
In 2003 startte het INBO met het monitoren van sprinkhanen in graslanden. De vangstgegevens werden gekoppeld aan de eigenschappen van het grasland. 825 sprinkhanen werden gevangen in 19 verschillende graslanden. 80% van alle vangsten betrof Krasser (Chorthippus parallelus) en de Kustsprinkhaan (Chorthippus albomarginatus). In slechts 3 locaties werden geen sprinkhanen gevonden. Nog wat gemiddelden: de onderzoekers vonden gemiddeld 2.7 soorten per 9 m² en 1 sprinkhaan per m². Voor beheerders is het interessant dat ze een verband hebben gevonden van sprinkhaandichtheid en de hoogte van het gras in augustus, dat moet minstens 20 cm hoog staan. Bij gras dat op dat moment slechts 5cm hoog is, worden geen sprinkhanen gevonden. Ook het vochtgehalte speelt een rol, op de nattere en gematigd vochtige graslanden vonden ze meer sprinkhanen dan op vochtige. Variatie en fasering in het maaien is dus belangrijk.