Mycological Tree Assessment: waardevolle aanvulling op VTA

In de visie van bosecoloog en mycoloog Gerrit Jan Keizer hoort bij iedere boomsoort een samenhangend geheel van levensvormen zoals bacteriën, insecten, schimmels en talrijke andere micro-organismen: het "boomsoorteigen ecosysteem'. Deze levensvormen behoren tot de symbionten, parasieten, afbrekers van dood hout en strooisel of hebben op een andere manier een relatie met de boom. In het boomsoorteigen ecosysteem en de levenscyclus van bomen spelen zwammen een doorslaggevende rol. Zij vervullen bovendien een signaalfunctie, omdat ze het best waarneembaar zijn door de vruchtlichamen die ze vormen. Naar gelang de leeftijd of conditie van de boom verandert, verandert ook de samenstelling van het ecosysteem rondom en op of in de boom. Op basis hiervan ontwikkelde hij Mycological Tree Assessment: een manier om aan de hand van zwammen de veiligheid van een boom te beoordelen. Als de boom gezond is, komen er bijvoorbeeld ectomycorrhizae voor. Ze verschijnen in opeenvolgende fases van de levenscyclus van de boom. Als de boom verzwakt krijgen parasitaire schimmels hun kans. De aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde zwamsoorten zegt dus iets over de toestand van de boom in positieve of negatieve zin. Als je mycologische kennis combineert met kennis van bomen en boommechanica, dan kun je je een goed beeld vormen van de staat en het toekomstperspectief van een boom. Dit artikel geeft verder enkele voorbeelden van hoe MTA een waardevolle aanvulling kan zijn op VTA. Meer informatie over het "boomsoorteigen ecosysteem" vind je in Gerrit Jan Keizer boek 'De verborgen boom - het boomsoorteigen ecosysteem van onze inheemse naald- en loofbomen'