Profiteren geleedpotigen van maaiselverspreiding in natuurontwikkelingsgebieden?

Het is belangrijk dat beheerders zich bij de start van natuurontwikkelingsprojecten realiseren dat diverse geleedpotigen grote moeite hebben deze plekken te bereiken. Voor plantensoorten wordt inmiddels breed erkend dat veel soorten niet vanzelf op nieuwe plekken terechtkomen en dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Voor weinig mobiele faunasoorten is dit niet anders. Het 'enten' lijkt het meest effectief als maaisel direct na het maaien bijeen wordt geraapt en wordt getransporteerd. Het zal ook zeker de overleving ten goede komen als het maaisel direct na transport wordt uitgereden en het maaisel niet wordt samengeperst of met grote kracht wordt weggeslingerd bij het uitrijden. Het onderzoek heeft ook laten zien dat niet alle groepen geleedpotigen met maaisel overgebracht kunnen worden. Om ook grond bewonende groepen (pissebedden, miljoenpoten, loopkevers etc.) over te brengen zijn andere technieken nodig, zoals bijvoorbeeld het kleinschalig enten van bodem. De vestiging van faunasoorten is waarschijnlijk echter beperkt wanneer het maaisel direct na ontgronden wordt opgebracht. Voor vestiging van veel plantensoorten is het over het algemeen juist belangrijk dat maaisel vrijwel direct na ontgronden wordt opgebracht. Het is hierdoor moeilijk met één maaiselgift zowel vegetatie als fauna effectief te herstellen.