Op 21 december 2015 stelde minister Schauvliege het soortenbeschermingsprogramma voor de grauwe kiekendief vast. Een soortenbeschermingsprogramma wordt door de minister vastgesteld en heeft een looptijd van 5 jaar. Daarna kan het op basis van een evaluatie worden verdergezet, al dan niet met de nodige aanpassingen. Een vastgesteld soortenbeschermingsprogramma is dus een officieel document en niet vrijblijvend. De gemaakte afspraken binnen zo’n programma zijn beslist beleid en dus bindend.
De Grauwe kiekendief is de kleinste kiekendief van West-Europa. De soort komt typisch voor in open landschappen. Oorspronkelijk kwam de Grauwe kiekendief in Zuid-Europa in steppegebieden voor en in West- en Noord-Europa in moerassige gebieden. De soort broedde in verschillende biotopen; natte heide en veengebieden, verlande moerassen en natte weilanden, maar ook in heide met lage struiken of jonge boomaanplantingen. Sinds de jaren zeventig broedt de Grauwe kiekendief quasi uitsluitend in grootschalige akkergebieden. In de ons omringende landen is de situatie evenmin zeer gunstig, maar in Nederland bv. hebben lokale gerichte maatregelen (provincie Groningen) wel tot een duidelijk succes geleid met een stijging van het aantal broedparen als gevolg. Dit illustreert dat het mogelijk is om, binnen grootschalige akkergebieden, een gunstig biotoop voor de Grauwe kiekendief te ontwikkelen.De doelstellingen van dit soortbeschermingsplan liggen dan ook voornamelijk op het ontwikkelen van geschikt leefgebied voor de soort in akkerbouwgebieden verspreid over Vlaanderen, aangevuld met een aantal heidegebieden in Midden-Limburg.