Er is een algemene regel in de natuur: als het goed gaat met de planten, gaat het goed met de dieren. Goed natuurbeheer leidt tot een rijke fauna. Wie echt veel diersoorten wil helpen, kan dus best een goed natuurbeheer voeren op zijn terrein. Denk aan mooie graslanden met veel bloemen en je krijgt er de vlinders en de wilde bijen gratis bij.
Maar soms mag het een beetje meer zijn. In 2B Connect is er vooral veel gebeurd rond infrastructuur voor dieren: vleermuizenbunkers, amfibieëntunnels, visdieveneilanden, nestwanden voor ijsvogels, insectenhotels, andere nestkasten, … Kortom, er zijn veel manieren om dieren te helpen.
Toch verdient dit alles één kanttekening. Infrastructuur verdient een juiste omgeving. Wie een bijenhotel bouwt, moet er wel voor zorgen dat de insecten nectar vinden. Een vleermuizenbunker ligt het best op een plaats waarvan geweten is dat er trek van de vleermuizen is. Infrastructuur realiseren is meestal wat duurder, bekijk dus met een deskundige of je investering wel zinvol is.
Toch nog even een bijzonder voorbeeld: de Duitse zandloopkever. Deze soort is uiterst zeldzaam in Nederland en Vlaanderen, maar onderwerp van een case in 2B Connect. Voor deze soort is er geplagd en met succes: meer naakte grond biedt houvast voor deze soort.