Witte en Grauwe abeel komen veel voor in de zeeduinen (binnenduinbossen) en daarnaast ook in vochtige bossen in het binnenland, in bosranden, struwelen en bermen. Beide abelen geven de voorkeur aan lichtrijke, vrij droge tot meestal vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, neutrale tot meestal kalkhoudende grond (van zand tot klei).
Al voor de opkomst van de wetenschappelijke systematiek waren de abelen een voortdurende bron van verwarring. Witte en grauwe abeel werden gewoonlijk tot één soort gerekend. Het duurde nog tot 1804 vooraleer men de mening was toegedaan dat grauwe abeel niet een variëteit was van de witte abeel, maar wel een hybride of een aparte soort. Ook nu nog zijn er veel floristen, bosbouwers en biologen die de beide soorten met elkaar verwarren. Vooral wordt grauwe abeel meer dan waarschijnlijk geregeld ten onrechte als witte abeel genoteerd. Dat is zeker het geval voor wortelopslag en jonge worteluitlopers. De meeste auteurs zijn het eens dat Grauwe abeel een hybride is tussen Witte abeel en Ratelpopulier.
20 - 25 m
Het areaal van grauwe abeel zou min of meer samenvallen met dat van witte abeel en uiteraard ook gelinkt zijn aan dat van ratelpopulier, die een nog ruimere verspreiding heeft dan witte abeel. Over het algemeen neemt men aan dat het areaal van witte abeel zich uitstrekt over de gematigde delen van Europa en Azië: van Midden-Europa tot West-Siberië. In West-Europa zou de soort enkel als ingeburgerde soort voorkomen. Zuidwaarts reikt het areaal tot het Middellandse-Zeegebied, Noord-Afrika, Klein-Azië, Jordanië en de Himalaya. Het is bekend dat in de zestiende eeuw de beide abeelsoorten onder meer in de valleizones voorkwamen en veel gekweekt werden, volgens DE L'OBEL (1581) de witte vooral in het westen van Vlaanderen en de grauwe over heel Vlaanderen (maar toch het meest in het oosten). De beide abelen verwilderen zeer gemakkelijk vanuit aanplantingen, met name in de Duinen.
Door de constante verwarring tussen de beide soorten is het onmogelijk een gedetailleerd beeld te geven van hun verspreiding in Vlaanderen. Globaal kunnen we stellen dat witte abeel in de Duinen algemeen verwilderd voorkomt en zeldzamer is in de rest van West-Vlaanderen. Meer sporadisch komt de soort ook voor langs de grote rivieren (bv. op aanpalende opgespoten terreinen en tussen oeverbestorting). Hoe oostelijker in Vlaanderen, hoe minder waarnemingen er zijn. Grauwe abeel is in heel Vlaanderen vrij algemeen op valleibodems. In de Duinen is de soort dan weer zeldzamer dan witte abeel. Het verspreidingsbeeld lijkt in grote lijnen nog altijd overeen te stemmen met dat in de zestiende eeuw.
Deze pagina werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van het LIFE-programma van de EU(opent nieuw venster) in het kader van het LIFE BNIP-project(opent nieuw venster).
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.