Bomen beschermen bij bronbemaling

Het belang van boombescherming op bouwwerven aan een steile opmars bezig. Daarom groeit bij openbare besturen meer en meer het besef dat het tijdelijk verlagen van grondwater een ernstig effect kan hebben op de gezondheid van bomen. Vergunningverlenende overheden leggen dan ook steeds vaker maatregelen op om de impact ervan te beperken. 

Wat is bronbemaling?

Bronbemaling betreft een techniek die ervoor zorgt dat het grondwater tijdelijk lokaal kan verlaagd worden. Dat is vaak noodzakelijk voor de bouw van kelders, zwembaden, regenwaterputten, enzovoort. 

Om een grondwaterverlaging te realiseren boort men putten rond de bouwput, tot in de grondwatertafel. De watertafel wordt verlaagd door water op te pompen. Afhankelijk van o.m. het bodemtype en de diepte van de onttrekking kan de grondwatertafel tot geruime afstand van de bemaling dalen. Dit gaat dan over enkele meters tot enkele honderden meters of zelfs verder. 

Afbeelding van een bemalingspomp
Afbeelding van een bemalingspomp (Kjel Dupon)

Gevolgen van bronbemaling

Doorheen de seizoenen schommelt de grondwaterstand. In de zomer zakt het grondwater over het algemeen geleidelijk door transpiratie van (houtige) planten en rechtstreekse verdamping uit de bodem. Op het einde van het groeiseizoen wordt normaliter de laagste grondwaterstanden bereikt. In de winter stijgt het grondwater dan weer stelselmatig door insijpeling van het neerslagoverschot.

Wanneer bomen met hun wortels aan het grondwater kunnen, beschikken ze over een zogenaamd grondwaterprofiel. Bomen die enkel een deel van het groeiseizoen aan het grondwater kunnen, beschikken over een contactprofiel. Het spreekt voor zich dat bomen met dergelijke profielen een grote impact kunnen ondervinden van een grondwaterverlaging tijdens het groeiseizoen. Dat manifesteert zich in de vorm van droogtestress waardoor conditieverlies kan optreden. Zonder maatregelen is het mogelijk dat (grote) bomen hierdoor hun reserves uitputten en na verloop van enkele jaren zelfs afsterven. De effectieve impact is afhankelijk van diverse zaken: periode, duur en diepte van bemalen, weersomstandigheden tijdens de bemaling, boomsoort, -leeftijd en -conditie, enzovoort.

De gevoeligheden van bomen zijn steeds beter gekend. Daarom wordt er steeds vaker gevraagd om de invloed van bronbemalingen op de omringende bomen te beperken. Zo is in Brugge een zogenaamde Bomen Effect Analyse een vereiste bij de aanvraag van een bemalingsvergunning. Een gecertificeerd European Tree Technician dient dan enerzijds de waarde van de bomen en de impact van de bronbemaling in te schatten. Anderzijds moeten ook beperkende maatregelen worden voorgesteld.

Bemalingsnota - Invloedssfeer

Om de invloed van een bronbemaling in te schatten kan de boomexpert zelf een berekening maken. Op de website van de Vlaamse Milieu Maatschappij staat een rekenblad (https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling/richtlijnen-bemalingen-ter-bescherming-van-het-milieu(opent nieuw venster)) dat hiervoor kan gebruikt worden. Dit is echter een zeer gespecialiseerde berekening, waarbij de doorlaatbaarheid van de bodem het grootste struikelblok is. In de meeste gevallen zal de boomexpert zich echter beroepen op een bemalingsnota van een gespecialiseerd geotechnisch bureau. Dergelijke studie is sowieso noodzakelijk om een vergunningsaanvraag te kunnen doen. In een bemalingsstudie staat in het beste geval een luchtfoto met concentrische cirkels die aangeven tot waar welke mate van grondwaterverlaging wordt verwacht. 

De hamvraag is hoeveel grondwaterverlaging een boom kan verdragen. Dit is afhankelijk van factoren zoals boomsoort, leeftijd, gezondheid, bodemtype, duur van de verlaging, enzovoort. Een eenduidig antwoord formuleren is daarom niet eenvoudig en vormt één van de belangrijkste moeilijkheden bij het uitwerken van een protocol. 

Het resultaat is dat verschillende vergunningverlenende overheden andere eisen kunnen opleggen. Zo zal het Agentschap Natuur en Bos bijvoorbeeld een minder sterke grondwaterverlaging tolereren dan een stad of gemeente. Het spreekt voor zich dat hoe minder verlaging men tolereert, hoe hoger de kost wordt voor compenserende maatregelen. Een correcte inschatting van het risico is noodzakelijk om de kosten van het behoud van de getroffen bomen in proportie te stellen met het te realiseren bouwwerk.

De invloedssfeer van een bronbemaling kan gemodelleerd worden als een set van concentrische cirkels met de locatie van de bronbemaling als middelpunt. De invloed op de grondwatertafel daalt met een toenemende afstand van dit middelpunt.
De invloedssfeer van een bronbemaling kan gemodelleerd worden als een set van concentrische cirkels met de locatie van de bronbemaling als middelpunt. De invloed op de grondwatertafel daalt met een toenemende afstand van dit middelpunt. (Buro LM)

Waardevolle bomen

Bronbemaling kan leiden tot droogtestress bij bomen, met typische sterfte in de kroontop tot gevolg
Bronbemaling kan leiden tot droogtestress bij bomen, met typische sterfte in de kroontop tot gevolg (Kjel Dupon)

Na een inventarisatie van de bomen op en rond het projectterrein en een analyse van de bemalingsstudie, zal de boomexpert moeten bepalen of er waardevolle bomen binnen de invloedssfeer staan.  Er kunnen zowel bomen op het perceel van de bouwwerf staan, als op de omringende percelen. Dikwijls gaat het om een afweging tussen het risico dat de werken veroorzaakt, de waarde van de bomen en het risico dat een bouwheer hierin wenst te nemen. Vaak kan de vergunningverlenende overheid hier ook zelf aanbevelingen voor geven en zelf beslissen welke bomen als waardevol worden beschouwd.

Indien er waardevolle bomen in de buurt staan, kan de impact van bemaling op verschillende manieren worden beperkt. Zo kan men met een waterdichte bouwkuip werken. Binnen dit scenario wordt een waterdichte wand geboord tot op een kleilaag. Als er dan in de bouwput bemaald wordt, wordt de invloed op de omgeving tot quasi nul herleid. Dit is de beste compenserende maatregel, maar ook veruit de duurste. Bovendien is deze optie niet altijd mogelijk. Om te beginnen moet er een kleilaag op een acceptabele diepte aanwezig zijn. 

Er bestaan methodes om het grondwater artificieel op peil te houden door het opnieuw injecteren van het bemalingswater in het grondwater, een zogenaamde retourbemaling. Dit is niet alleen technisch moeilijk uitvoerbaar, maar ook erg duur en de resultaten zijn niet altijd even betrouwbaar. Er bestaat een groot risico op het lokaal verhogen van de grondwatertafel, wat risicovoller kan zijn dan een verlaging.

Compenserende maatregelen

Een goedkope compenserende maatregel bestaat erin de bemaling in het rustseizoen van de bomen door te laten gaan. Wanneer bomen geen blad hebben, is hun verdampingsgraad laag en hebben ze weinig vochtbehoefte.  In die periode zullen ze slechts een beperkte invloed ondervinden van een grondwaterverlaging. Het rustseizoen loopt ruwweg van november tot maart. Elke bronbemaling die langer dan een half jaar duurt komt dus niet in aanmerking voor deze maatregel. Bovendien moet er ook rekening gehouden worden met het feit dat de bemaling niet altijd kan afgezet worden wanneer het gebouw boven het maaiveld uitkomt. Om te voorkomen dat het stijgende grondwater het gebouw zou kunnen opdrukken, moet het voldoende zwaar zijn om die opwaartse druk te weerstaan. 

Een andere veel voorkomende maatregel is het toepassen van een beregening. Hierbij is het belangrijk dat de gehele wortelzone wordt beregend. In de praktijk legt men soms een waterslang die continu water geeft. Daarmee doe je vaak meer kwaad dan goed. De bedoeling van een beregening is om het vochtgehalte van de wortelzone tussen veldcapaciteit en verwelkingspunt te houden. Of anders gezegd: de bodem mag niet uitdrogen, maar hij mag ook niet te nat zijn. Bij een te hoge en te frequente watergift kunnen wortels verstikken door zuurstofgebrek. De wortelzone is bovendien een driedimensionaal volume waardoor niet alleen de beregeningsoppervlakte, maar ook de beregeningsdiepte belangrijk is. Al deze factoren zorgen ervoor dat het plaatsen van een correcte beregening specialistenwerk voor boomtechnici is. De voorwaarden voor een beregening dienen dan ook steeds nauwgezet beschreven te zijn. In sommige gevallen kan het nodig zijn dat een boom 20.000 liter water per week krijgt, op een wijze die bodemverluchting garandeert.

Beregeningssysteem met sprinklers bevestigd in bomen (Kjel Dupon)

Monitoring

Als we bomen willen behouden bij bouwwerken, is het belangrijk dat compenserende maatregelen goed omschreven en uitgevoerd worden. Maar het grootste belang is dat maatregelen ook goed worden gemonitord. Daarvoor bestaan tegenwoordig heel wat slimme meters die via applicaties in realtime het grondwaterniveau, het vochtgehalte of zelfs de sapstroom van de boom kunnen meten. Een kapitale fout die dikwijls wordt gemaakt, is dat men een aantal compenserende maatregelen in werking stelt en ze daarna vergeet. Beregeningsinstallaties kunnen echter defect raken, waardoor een frequente controle noodzakelijk is. Een ander veel voorkomend probleem bij compenserende maatregelen is vernatting door te veel water. Zowel bij een retorubemaling als een bereging is het belangrijk om te controleren of er geen overmatige vernatting optreed. 

Open eindes

Over de grote lijnen van een protocol bij bronbemaling zal vrij gemakkelijk een consensus kunnen gevonden worden. Een aantal zaken, zoals hoeveel grondwaterverlaging een boom kan verdragen of hoe lang kan een boom een droogteperiode overbruggen, vragen meer onderzoek. Momenteel is Hogeschool Vives in samenwerking met Bomen Beter Beheren bezig met een bachelorproef over bronbemaling bij bomen. Hierbij zal een beperkte veldproef worden opgezet en wordt ook een eerste bevraging van het werkveld georganiseerd. Wordt vervolgd!

Auteur: Kjel Dupon

Logo VVOG (VVOG (Vereniging voor openbaar groen))