Doel: Tijdens de dimensionering moet het natuurlijk vermogen voor de vorming van noestvrij kwaliteitshout waargemaakt worden in de toekomstbomen. De toekomstbomen moeten door bosbouwkundig ingrijpen gestimuleerd worden om uit te groeien tot dikke, stabiele kwaliteitsbomen. Het startschot wordt gegeven als de (toekomst)boom een takdode stamlengte van 25% van zijn te verwachten eindhoogte heeft bereikt. Het tijdstip waarop dus meteen ook een eerste dunning aan de orde is, hangt af van de boomsoort: De beschikbare tijd voor het uitgroeien van een grote kroon is beperkt! Ieder jaar dat je te laat begint, verlies je op de maximale stamdiameter.
Dikke bomen groeien onder vroeg uitgebouwde grote kronen. De boomkroon van de toekosmtboom wordt gedimensioneerd door het wegzagen van concurrenten die aan de periferie van diens kroon raken. Hierdoor stopt het afsterven van takken steeds hoger langs de stam. Een duurzaam behouden lage kroonaanzet is het onderscheidende element van QD. De basis van de kroon blijft gelijk, vanaf het begin van de dimensioneringsfase tot het moment waarop de boom uiteindelijk geveld wordt.