Een onevenwicht tussen wildfauna en het bosareaal heeft schade aan bosverjonging als gevolg. Probeer in eerste instantie via het bosbeheer en een goed afschotplan te zorgen voor een populatie wildsoorten in evenwicht met het bosecosysteem. Is dit niet mogelijk, dan zijn andere (en meestal duurdere) technieken voor wildschadepreventie mogelijk:
- Bij de individuele beschermingsmethoden wordt elke individuele plant voorzien van bescherming. Plantkokers en plastieken buisnetten bieden de meest volledige bescherming tegen wildschade (plantkokers eveneens tegen concurrerende kruidvegetatie). Andere beschermingen zijn eerder specifieker gericht op een bepaalde wildschadevorm.
- Een collectieve bescherming wordt uitgevoerd door het aanbrengen van een omheining rond het aangeplante perceel. Collectieve bescherming wordt in de regel pas interessant vanaf een oppervlakte groter dan een halve hectare. Het blijft immers een vrij dure maatregel.
- Een collectieve bescherming per kloemp wordt uitgevoerd door het aanbrengen van een omheining rond een kleine aanplantingsgroep. In onderstaande tabel kan je aflezen dat collectieve bescherming per kloemp (met bv. ursusgaas en Z-profiel palen) interessant is tot 19 kloempen van 25 bomen (475 bomen in totaal) per ha.
Tabel: Overzicht van verschillende wildbeschermingsmiddelen, soort schade die ze voorkomen, de kostprijs en het kantelpunt voor financiële keuze tussen individuele of collectieve wildbescherming (gegevens afkomstig uit praktijktesten van Bosgroep Zuiderkempen in 2018). Ondertussen heeft ANB nieuwe modellen van het houten hekwerk ("reeblock") ontwikkeld die een stuk goedkoper zijn, nl. tussen 2,84 en 5,79 € per lopende meter (BTW incl., plaatsing niet inbegrepen). Voor een omtrek van 25 m komt dit dus neer op 71 à 145 € in plaats van de in onderstaande tabel vermelde 201 €.