Leefgebied en trend
De Cetti’s Zanger is een algemene broedvogel in de landen rondom de Middellandse Zee. Een noordwaartse expansie van de soort in West-Europa leidde in de jaren ‘60 van de vorige eeuw tot de eerste waarnemingen in België. Vanaf de jaren ‘70 kwam de kolonisatie in een stroomversnelling met tevens de eerste broedgevallen. Eind de jaren ‘70 werd de Vlaamse populatie al op 140 tot 180 paren/territoria geschat. Strenge winters zorgden daarna voor een ineenstorting van de populatie. Mede dankzij mildere winters werd in de periode 2000-2009 opnieuw een toename vastgesteld, gevolgd door opnieuw een afname ten gevolge van enkele strengere winters in de periode 2010-2012. In de huidige rapportage-periode wordt niet enkel opnieuw een herstel maar ook een enorme toename van de Vlaamse populatie vastgesteld. De soort nam toe van ca. 60 territoria in 2013 tot bijna 500 in 2018. Omdat nog niet voor heel Vlaanderen een uitgebreide verwerking van de losse waarnemingen beschikbaar is, zal dit aantal mogelijk nog een onderschatting zijn. De sterkste toename en hoogste aantallen zien we in de provincies Oost-Vlaanderen (vooral langs de Schelde en haar zijrivieren, met hotspots in de Waaslandhaven en Kruibeekse polder), West-Vlaanderen (vooral langs de Oost- en Middenkust) en Antwerpen. In Vlaams-Brabant blijft de verspreiding grotendeels beperkt tot de Dijlevallei en o.a. het Vinne (Zoutleeuw) en in Limburg tot het Schulensbroek (Lummen) en de Wijvenheide (Zonhoven). Een toename van moeras- en ruigtevegetaties dankzij diverse natuurontwikkelingsprojecten in valleigebieden (o.a. Sigmaplan), heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de populatietoename. Net zoals bij andere vorstgevoelige soorten geldt dat enkel het plots optreden van streng winterweer een verdere toename in de weg kan staan. Het is daarbij opvallend dat de meest recente, venijnige vorstaanvallen (bv. januari 2017 en vooral eind februari/begin maart 2018) schijnbaar niet hebben gezorgd voor een opvallende afname van de aantallen. In Nederland is een gelijkaardige trend zichtbaar. In de periode 2013-2015 werd de broedpopulatie daar al op 550-1100 territoria geschat en in de periode 2017-2018 nam dit aantal nog verder toe.