Leefgebied en trend
Het is vooralsnog onduidelijk hoe de aantallen van deze bosvogelsoort precies evolueren in Vlaanderen. Na 4 telcycli (2007-2018) berekent het ABV-project een niet significante en wellicht te hoge toename van 69%. De steekproeven waarin Gekraagde Roodstaart werd genoteerd nemen toe, maar zijn echter te beperkt om die trend zomaar toe te passen op de tijdens de vorige broedvogelatlas berekende populatiegrootte (2100-3300 paren). Regionale cijfers tonen immers sterk uiteenlopende trends: de soort verdween grotendeels langs de kust en ook de aantallen in het binnenland van Westen Oost-Vlaanderen lijken niet opvallend toe te nemen. Daartegenover staan lokale, soms flinke toenames zoals in de Kalmthoutse Heide (van ca. 30 paren in 2004 tot 62 paren in 2019). Ook in de Kempen zijn echter voorbeelden te vinden van afnemende aantallen: op het Klein en Groot Schietveld werden in 2000 nog ca. 80 paren geteld, maar dit aantal liep terug tot 53 paren in 2018. Gekraagde Roodstaarten kunnen soms profiteren van dunningen in naaldbossen wat een lokale toename zoals in Kalmthout mogelijk kan verklaren. In Nederland is ook sprake van een recente heropleving van de aantallen na een periode van stabilisatie die volgde op de grote crash van de populatie in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Op Europees niveau doet de soort het blijkbaar prima met toenames gemeld op zowel de korte als de lange termijn. Ook voor deze soort is het dus wachten op de cijfers van de nieuwe vogelatlas om na te gaan of de berekende trend correct is en om een nieuwe Vlaamse populatieschatting op te maken.