De Grauwe gors is flink gebouwd voor een gors, groter dan een mus en grijs-bruin gestreept met een lichtere buik. De oogring is wit en de snavel rozegeel. Hij valt dus niet erg op, maar gelukkig is zijn zang karakteristiek, een herhaalde 2 seconden durende strofe, beginnend met een viertal losse klanken die versnellen tot een metaalachtige triller die in toon en volume toeneemt en vervolgens uitsterft. Van ver klinkt het als een rinkelend sleutelbosje.
De Grauwe gors is een typische bewoner van open, kleinere akkertjes met zangplaatsen zoals weidepalen, een boompje of graanstengels. Gezien de sterke intensivering van de landbouw de laatste decennia is het nu een van de meest bedreigde vogelsoorten van Vlaanderen.