Leefgebied en trend
In de loop van de voorbije 50 jaar is Grauwe Vliegenvanger overal in Europa fors in aantal afgenomen. Voorafgaand aan de intensivering in het landbouwmilieu kwam de soort nagenoeg overal voor in Vlaanderen en dit zowel in (loof) bosgebieden en parken als op boerenerven en in allerlei verkavelingen. Cijfers uit Nederland bevestigen dat de meest opvallende afname heeft plaatsgevonden in het agrarisch landschap terwijl de situatie in de bosgebieden recent lijkt te stabiliseren en er daar lokaal zelfs toenames worden gemeld. Zoals bij vele langeafstandstrekkers het geval is, is het niet duidelijk in hoeverre de omstandigheden tijdens de trek en in de overwinteringsgebieden de vastgestelde trends hebben beïnvloed. Overigens zijn er voorzichtige signalen dat ook in Vlaanderen –althans in de bosgebieden- lokaal terug herstel optreedt. Zo werden in de Noorderkempen in 2013 slechts 9-15 territoria geteld, maar liep dit aantal fors op tot 55-70 territoria in 2019. De grote meerderheid hiervan werd aangetroffen in bosgebieden op de Kalmthoutse Heide en in mindere mate in bosrijke woonwijken terwijl de soort nagenoeg afwezig bleek in agrarisch gebied.