Een van de meest algemene behangersbijen is de Grote bladsnijder. Ze nestelt in allerlei natuurlijke en kunstmatige holtes in dood hout, oude kevergangen, gangen van de wilgenhoutrups, nestblokken, muren, dikke rietstengels maar ook in de grond. Doorsnee van de gang is 6 tot 9 mm. De vrouwtjes zijn vrij fors en hebben bruine haren op het borststuk, vuilwitte haarbandjes op het achterlijf en een buikschuier van roodbruine verzamelharen, maar aan twee eindsegmenten helemaal zwart. Ze zijn niet kieskeurig wat voedselplanten betreft, ze halen stuifmeel en nectar bij distels, wilgenroosje maar ook klaversoorten staan op het menu.