De Neushoornkever dankt zijn naam aan de grote kromme hoorn op de kop van de mannetjes. Deze hoorn wordt gebruikt om concurrenten omver te duwen en dient niet ter verdediging. Deze soort behoort tot een familie die vooral in de tropen voorkomt, maar door zich voort te planten in composthopen die door hun broei extra warmte produceren kan deze soort hier overleven. De soort is niet algemeen maar wordt wel hoe langer hoe meer aangetroffen. Meestal wordt hij ontdekt bij het omzetten van een composthoop, waarbij de tot 12 cm lange larven tevoorschijn komen.