Noordkromp

Arctica islandica

De schelp van de Noordkromp is dik en zwaar en cirkel- tot iets ellipsvormig. De voorkant van de schelp is iets spitser afgerond dan de achterkant, die zelfs iets afgeplat kan zijn. De onderrand is regelmatig afgerond. De sculptuur bestaat alleen uit onregelmatige concentrische groeilijnen die iets duidelijker zichtbaar zijn aan voor- en achterkant van de schelp dan in het midden. De onderrand is glad. De kleur van de schelp is wit tot geelachtig wit. Het oppervlak van de buitenkant glanst niet. De binnenkant is wit en glanst zwak. Er zijn twee spierindruksels, waarvan het achterste enigszins driehoekig van vorm is. Het voorste is meer ovaal. Er is geen mantelbocht in de mantellijn. De Noordkromp leeft in stevige zand- en modderbodems, vanaf het lagere deel van het intergetijdengebied tot diepten van ongeveer 150 m. In de Zuidelijke Noordzee eigenlijk nooit ondieper voorkomend dan ongeveer 25 m. De Noordkromp leeft ondiep ingegraven in de zeebodem en filtert het voedsel uit het zeewater. De dieren kunnen een aanzienlijke leeftijd bereiken. Een in 2007 in IJslandse wateren opgevist exemplaar bleek 507 jaar oud te zijn, het oudste dier ter wereld ooit gevonden. Het is niet echt bekend of dit een uitzondering is of dat dergelijke leeftijden meer voorkomen. Leeftijden rond de honderd jaar zijn bekend in het Noordzeegebied. Het is ook bekend dat een soort bij lagere temperaturen langzamer groeit en een hogere leeftijd kan bereiken dan soortgenoten in warmer water. Een dergelijk verschijnsel is bijvoorbeeld ook bekend bij Macoma balthica (Nonnetje).