Oeverzwaluw

Riparia riparia

Leefgebied en trend

Oeverzwaluwen zijn echte pioniers die zich op hun terugtrek vanuit Afrika overal kunnen vestigen waar al dan niet tijdelijk geschikte nestgelegenheid beschikbaar is. Van nature broeden ze in steile oevers van rivieren, maar in Vlaanderen broedt een meerderheid al vele decennia in kunstmatige zandhopen op grote werven in o.a. havengebieden. Het is een BBV-soort waarvoor getracht wordt jaarlijks een goed idee te krijgen van de totale aantallen broedvogels in Vlaanderen. Dit is echter niet zo eenvoudig aangezien ze van jaar tot jaar behoorlijk kunnen wisselen van locaties en deze zich ook geregeld op ontoegankelijk terrein bevinden. Het is bovendien niet altijd eenvoudig om in een (grote) kolonie het precieze aantal bezette nestgangen te tellen. Het bepalen van een goede jaarlijkse schatting wordt ook bemoeilijkt omdat het niet altijd duidelijk is welke gekende kolonies jaarlijks geteld zijn of niet. Net als bij de getoonde grafiek van Blauwe Reiger dienen we daarom voor sommige regio’s bij te schatten op basis van aantallen in de jaren ervoor of erna. De belangrijkste regio’s voor de soort in Vlaanderen zijn de Maasvallei in Limburg en de havengebieden van Antwerpen en (in steeds mindere mate) Zeebrugge. Het is duidelijk dat de soort na een periode met hoge aantallen (ca. 6000-7500 paren in de periode 2000-2007) fors is teruggevallen tot ca. 3000 paren in de periode 2010-2017. In 2018 viel de populatie nog verder terug tot nauwelijks meer dan 2000 paren. In Nederland nam de soort snel toe in de jaren ’90 van de vorige eeuw om vervolgens een eerder stabiele trend te vertonen. Recent nemen de aantallen ook daar echter duidelijk af. De populatie schommelt er tussen 20.000 en 30.000 paren.