De Rode wouw is één van onze grootste roofvogels, ongeveer even groot als de Buizerd maar zeer verschillend in bouw. Het slanke lichaam, de lange smalle vleugels en lange, duidelijk gevorkte staart geven de soort een sierlijk uiterlijk. De kop is grijswit, de boven- en onderdelen roestbruin met smalle zwarte strepen en de slagpennen donkerbruin. Een opvallend kenmerk is het grote witte venster op de ondervleugel gevormd door de binnenste handpennen. De bovenzijde van de staart is altijd egaal roestbruin.