Torenvalk

Falco tinnunculus

Leefgebied en trend

De Torenvalk komt in Vlaanderen nog steeds wijdverspreid voor. De populatie fluctueert met de populatiecycli van Veldmuizen. Ook strenge winters kunnen een negatief effect uitoefenen op de aantallen. Er kon op basis van de in 2007-2018 verzamelde ABV-data geen significante trend berekend worden voor Vlaanderen en dat is veelzeggend. Na de eerste twee telcycli (2007-2012) kon dat nog wel en toen werd een afname van ruim 30% berekend. De soort is in grote delen van ons agrarisch landschap lang niet meer zo’n algemene verschijning en dat blijkt nu ook uit de presentie in de ABV-steekproefhokken. Na de twee eerste telcycli werden niet meer voldoende Torenvalken waargenomen om een wetenschappelijk onderbouwde trendberekening op te baseren. In de periode 2000-2002 werd de Vlaamse populatie geschat op 2300-3500 broedparen. De huidige schatting pakt al heel wat lager uit, maar de bovengrens ervan is wellicht nog aan de hoge kant. Het veldwerk voor de nieuwe vogelatlas zal ons wellicht wijzer maken, maar we kunnen nu reeds stellen dat ook Torenvalk niet lijkt te ontsnappen aan de negatieve ontwikkelingen in het agrarisch gebied. In Nederland (periode 2013-2015) is er sprake van een overduidelijke, sterke afname. Redenen hiervoor zijn o.a. de intensivering van de landbouw die voor een sterke afname van het muizenaanbod zorgde, toename van predators als Havik en Buizerd en verdwijnen van natuurlijke nestgelegenheid door de afname van Zwarte Kraaien en Eksters in het landbouwgebied.