De Velduil is een middelgrote uil zoals de Ransuil maar met gele ogen, korte oortjes en een vrij licht gezicht met rond de ogen een kenmerkende zwarte verenkrans. De borst en bovendelen zijn zwartbruin gestreept met een bruingele grondkleur. Er is altijd een opvallend contrast tussen de zwaar gestreepte bovenborst en de licht of ongestreepte benedenborst. De vleugels en staart zijn grof gebandeerd. De vleugels hebben een zwarte boven-en ondervleugeltip en een opvallende zwarte polsvlek. Een sluitend kenmerk is de lichte achterrand van de vleugel. De vleugelspanwijdte bedraagt ongeveer een meter. Baltsende vogels kunnen luid klappen door de vleugels onder het lichaam tegen elkaar te slaan.
Het behoud van de rust en het behoud van het open karakter van de huidige broed- en rustplaatsen is van groot belang. Vanwege de grote verstoringsgevoeligheid is het tijdig doorgeven van de aanwezigheid van Velduilterritoria aan de terreinbeheerder aangewezen, zodat die tijdig passende maatregelen kan nemen. Extensief graslandbeheer in functie van een hoog voedselaanbod wordt aanbevolen.
Het behoud van de rust en het behoud van het open karakter van de huidige broed- en rustplaatsen is van groot belang. Vanwege de grote verstoringsgevoeligheid is het tijdig doorgeven van de aanwezigheid van Velduilterritoria aan de terreinbeheerder aangewezen, zodat die tijdig passende maatregelen kan nemen. Extensief graslandbeheer in functie van een hoog voedselaanbod wordt aanbevolen.
Leefgebied en trend
De Velduil is een middelgrote uil zoals de Ransuil maar met gele ogen, korte oortjes en een vrij licht gezicht met rond de ogen een kenmerkende zwarte verenkrans. De borst en bovendelen zijn zwartbruin gestreept met een bruingele grondkleur. Er is altijd een opvallend contrast tussen de zwaar gestreepte bovenborst en de licht of ongestreepte benedenborst. De vleugels en staart zijn grof gebandeerd. De vleugels hebben een zwarte boven-en ondervleugeltip en een opvallende zwarte polsvlek. Een sluitend kenmerk is de lichte achterrand van de vleugel. De vleugelspanwijdte bedraagt ongeveer een meter. Baltsende vogels kunnen luid klappen door de vleugels onder het lichaam tegen elkaar te slaan. In de Vlaamse broedvogelatlas 2000-2002 is het nog vergeefs zoeken naar een soortbespreking van de Velduil omdat er in die periode geen broedgevallen werden vastgesteld. Velduilen zijn immers reeds van oudsher een zeldzame en onregelmatige broedvogel in Vlaanderen. Waarnemingen in het voorjaar zijn niet ongewoon maar leiden zelden tot een echte bevestiging van broedgevallen, wellicht deels wegens een onvoldoende opvolging op het terrein. Het kwam in elk geval als een verrassing toen zowel in 2014 als in 2019 een opmerkelijk hoog aantal broedverdachte exemplaren werden gesignaleerd in de polders van de Vlaamse Westkust. In 2014 werden in deze regio uiteindelijk in totaal 21 territoria geteld. Elf broedparen waren succesvol en brachten in totaal minstens 40 jongen groot. Broedgebieden waren de Komgronden van Lampernisse (11 paren), de Waleweiden te Schore (8 paren), de Handzamevallei nabij Beerst (1 paar) en de IJzerbroeken te Woumen (1 paar). In 2019 werden 11 territoria vastgesteld in de omgeving van Lampernisse-Zoutenaaie en 2 in De Moeren nabij Adinkerke. Het gaat om de hoogste aantallen die ooit in Vlaanderen werden vastgesteld. Buiten de Westkustpolders werden veel minder broedverdachte Velduilen gesignaleerd, ook niet in de muizenrijke jaren. In de Uitkerkse Polders was er een territorium in 2016 en 2017. In 2018 was er een zeker maar mislukt broedgeval in de gemeente Boutersem (in vogelakkergebied). Nog in Vlaams-Brabant was er in Hoegaarden in 2018 en 2009 resp. een waarschijnlijke en zekere broedpoging, op de grens met Wallonië. We moeten er echter rekening mee houden dat solitaire broedgevallen van Velduil soms heel onopvallend kunnen zijn en wellicht af en toe onder de radar blijven. Velduilen zijn uitgesproken zwervers met een zeer opportunistisch voedselgedrag. Zowel in de broed- als in de overwinteringsgebieden worden de aantallen vooral bepaald door de beschikbaarheid van prooidieren (in onze streken vnl. veldmuizen). Dit leidt in muizenrijke jaren soms tot opmerkelijke ‘invasies’ in gebieden waar ze in normale omstandigheden veel minder worden waargenomen, zoals we in Vlaanderen konden vaststellen in 2014 en 2019. Opvallend is dat dit fenomeen zich net in dezelfde jaren ook voordeed in het noorden van Nederland, met daar in totaal resp. 80 en min. 70 paar.
De Velduil leeft in grote, open, ruige gebieden met open plekken zoals duinen, heidevelden, kapvlakten, grote moerasgebieden, hoogvenen en opspuitterreinen. De Velduil zit bijna altijd op de grond, in of tegen middelhoge begroeiing, soms op weidepaaltjes. Het nest wordt gemaakt op de grond. In de broedtijd zijn Velduilen zowel overdag als s nachts actief. Buiten de broedtijd jagen ze vooral tijdens de avondschemering. Meestal hebben ze een welbepaalde route die ze meermaals afvliegen. Soms hangen ze ook te bidden. Er wordt gejaagd op kleine zoogdieren als veld- en woelmuizen en kleine vogels. Ze jagen laag vliegend boven hun territorium speurend naar prooi. Velduilen komen derhalve voor in gebieden rijk aan prooidieren. In Vlaanderen zijn dit moerassen, vochtige weiden en duinen. In de winter wordt de Velduil vooral aangetroffen in uitgestrekte kustgebieden, in poldergraslanden en op schaars begroeide opspuitterreinen.
Onregelmatige broedvogel.
Rode Lijst | POP-VL | KT-VL | LT-VL | KT-BEL | LT-BEL | Trend Europa |
Niet opgenomen | 0-23 | Fluctuerend | Fluctuerend | - | - | NS |
De voornaamste bedreigingen voor deze soort zijn habitatverlies, verstoring of vernietiging van de nest- of slaapplaats en vergiftiging. Aangezien roestplaatsen weinig standvast blijken te zijn, worden ze snel verlaten ten gevolge van menselijke verstoring. Ook het gebruik van prikkeldraad voor het afrasteren van percelen is vaak nefast voor deze laag jagende vogel.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.