Diktegroei van een bosbestand
De diametergroei of -aanwas is gebonden aan de ontwikkeling van de kruin en het wortelstelsel. Er bestaat een recht evenredig verband tussen de kruindiameter en de stamdiameter. De diktegroei wordt dus bepaald door de zijdelingse concurrentie of anders gezegd: het stamtal.
VRAAG/OEFENING:
hieronder zie je een afbeelding uit het onderzoek van Savill en Sandels, 1983. Het effect van variatie in groeiruimte op de diametergroei (op borsthoogte) werd bestudeerd. Het experiment hier betreffen bestanden met sitkaspar (Picea sitchensis) in Groot-Brittannië, die tot een leeftijd van 12 jaar in dezelfde densiteit hebben opgegroeid (2900 bomen per hectare). Daarna zijn verschillen in stamtal doorgevoerd (d.m.v. dunning). De dikte en jaarringstructuur van de bomen op 32-jarige toestand kunnen op de figuur bekeken worden.
Onderaan de figuur zie je de jaarringopbouw en dikte afgebeeld voor het bosbestand met een stamtal van 725 bomen per hectare.
Vul jij de overeenkomstige stamtallen in voor de bestanden A, B, C en D? Je hebt de keuze uit 320, 475, 1450 en 2900 bomen per hectare.