De Biologische Waarderingskaart (BWK) is de enige gebiedsbedekkende inventaris van het biologische milieu en het meest gedetailleerde overzicht van het grondgebruik. Deze kaart geeft ondermeer aan hoe biologisch waardevol een bepaald perceel is. Hiervoor is op een vrij uniforme wijze het hele Vlaamse gewest geïnventariseerd en geëvalueerd, waarbij het grondgebruik, de plantengroei en de kleine landschapselementen zijn opgenomen. Er is ook een landschapsecologische analyse uitgevoerd bij deze inventarisatie, waarbij ondermeer reliëf, bodem, waterlopen en landschap zijn geanalyseerd.
De verklaring van de verschillende BWK-codes die aangeven welke vegetatie aanwezig is vind je hier.
De BWK is opgevat als een kartering op fytosociologische basis, dit wil zeggen op basis van het voorkomen en de samenstelling van verschillende plantengemeenschappen. Op basis van vooraf bepaalde karteringseenheden (die alle mogelijke vegetatietypes weergeven) is in heel Vlaanderen de vegetatie die er voorkomt geïnventariseerd en gekarteerd. Tenminste, op de plaatsen die een minimale biologische waarde hebben. Op basis van vier criteria, namelijk zeldzaamheid, biologische kwaliteit, kwetsbaarheid en vervangbaarheid, is aan iedere karteringseenheid een waarderingsklasse toegekend: * biologisch zeer waardevol (donkergroen gekleurd) * biologisch waardevol (lichtgroen gekleurd) * biologisch minder waardevol (wit) Een gebied kan gewaardeerd worden als een combinatie van deze drie basiswaarderingsklassen, bijvoorbeeld een gebied dat een complex van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen bevat. Er bestaan intussen twee versies van de BWK. BWK versie 1 is gemaakt in de periode 1978 - 1986 met aanvullingen tot in 1996, deze eerste versie is een globale landschapsecologische situering. Ze is gemaakt voor heel België. Aangezien die naar huidige normen relatief onnauwkeurig is (zowel naar cartografie als karteringseenheden) is het aangeraden omzichtig om te gaan met deze versie. Vooral in de beginperiode stond de methodiek nog niet op punt en tijdsgebrek leidde ertoe dat de gegevens uit de beginperiode niet konden worden gecontroleerd. Er is intussen een update gemaakt, de BWK versie 2. Deze is opgenomen vanaf 1997 en is een nauwkeurig en gedetailleerd document dat bruikbaar is tot op perceelsniveau. De Biologische Waarderingskaart is een veel gebruikt basisdocument in het natuurbehoud omdat de BWK de enige gebiedsdekkende inventaris van de biotopen in Vlaanderen is. Zo kan de kaart natuurverenigingen aan informatie helpen over de toestand van de natuur in hun gebied. Verder is de BWK gebruikt om de Vogelrichtlijngebieden en Habitatrichtlijngebieden af te bakenen en zou de kaart eigenlijk altijd geraadpleegd moeten worden voordat er infrastructuurwerken, zoals het aanleggen van wegen of het aanbrengen van ondergrondse leidingen, worden uitgevoerd. Op die manier kan niet alleen het economisch beste tracé worden gezocht voor deze weg of leiding, maar ook het ecologisch beste tracé, dit wil zeggen een tracé waarbij er geen of zo min mogelijk biologisch (zeer) waardevolle biotopen worden doorkruist. Naast de kartering op basis van plantengemeenschappen, worden sommige gebieden op de Biologische waarderingskaart rood gearceerd omwille van de aanwezige fauna. Bij de keuze van deze gebieden heeft men zich gebaseerd op het voorkomen van soorten uit de Rode lijsten van amfibieën en reptielen, libellen, vlinders, broedvogels en zoogdieren, op de vleermuizen na. Een bepaald gebied krijgt dan een rode arcering omdat er meestal verschillende Rode lijstsoorten samen voorkomen, of omdat een soort er in hoge aantallen of dichtheden aanwezig is.
De BWK versie 1 is relatief onnauwkeurig omdat vooral in de beginperiode de methodiek nog niet op punt stond en tijdsgebrek ertoe leidde dat de eerste gegevens niet konden worden gecontroleerd. Dat was jammer omdat de BWK stilaan als norm werd gebruikt, terwijl men er op het toenmalige Instituut voor Natuurbehoud voor waarschuwde in elk geval de brongegevens en andere informatiebronnen mee op te nemen als de waarde van een bepaald perceel of gebied werd ingeschat. Men heeft lessen getrokken uit de fouten van BWK versie 1 en voor de tweede versie een strictere methodiek ontwikkeld met een betere opleiding en begeleiding van de karteerders. Uiteraard is het ook hier noodzakelijk niet enkel op de BWK te vertrouwen om de waarde van een perceel in te schatten, maar men is nu wel redelijk zeker van de kartering en de juiste locatie. Er is immers zeer grondig gekeken naar de vegetaties en fauna en er is vooral veel gedetailleerder te werk gegaan. Er wordt afgeraden de BWK1 nog te gebruiken als de versie twee beschikbaar is. Bij de beide versies is een verklarende tekst beschikbaar, waarbij de tweede versie natuurlijk veel dieper ingaat op het fysisch en biologisch milieu. In de verklarende tekst vind je ondermeer -geologie, geomorfologie -hydrologie, hydrografie -pedologie -cultuurhistorische kennis -algemeen biologische typering -beschrijving van markante bos- en natuurgebieden, valleien, etc ... De BWK heeft veel verschillende toepassingen, Het is een basisdocument voor iedereen die betrokken is bij natuurbehoud, ruimtelijke planning, milieueffectrapportering, landschapszorg, etc. Het is ook een nuttig instrument bij natuurstudie en natuureducatie in scholen, jeugdbewegingen, opleidingscentra, e.d. Maar ook voor administratieve doeleinden heeft deze kaart een functie: -Afleveren van vergunningen in toepassing op het decreet op natuurbehoud -Opstellen van GNOP's en plannen van aanleg -Ontwerpen van diverse tracés van wegen, leidingen, e.d. Die vergunningen behoeven misschien wat bijkomende uitleg. De BWK en zijn karteringseenheden zijn terug te vinden in een aantal wetteksten : -Verbod op en vergunning voor vegetatiewijziging -Uitvoeren van het MAP-decreet binnen de groene en geelgroene gewestplanbestemmingen -De erkenning en subsidie op aankoop van natuurreservaten -De bebossing van valleigebieden Er is wel wat kritiek van fytosociologen op de BWK. Veel van de in Vlaanderen in de praktijk voorkomende vegetaties of beschreven natuurdoeltypes zijn niet zondermeer onder te brengen in de bestaande legende. Zo heeft het bij ons veel voorkomende "gedegradeerde natte heide gedomineerd door grassen", de typische pijpestro-toestanden geen eigen eenheid, maar wordt ondermeer in cm gestoken (wat als "droge heide gedomineerd door grassen" te boek staat). Nog ingewikkelder zijn de graslanden, die initieel een bepaalde verdeling hebben gekregen maar die na verloop van tijd niet bleek te volstaan. Zo is het zilverschoonverbond een vrij mooi en waardevol vegetatietype. Het is een plantengemeenschap van standplaatsen die langdurig nat zijn, vaak gekoppeld aan sterke schommelingen in de waterstand. De meeste standplaatsen worden begraasd en betreden, in zijn typische vorm een smalle gordel tussen een drogere en een nattere standplaats. Juist omwille van die overgangspositie is er heel wat discussie geweest en nog steeds over het zelfstandig karakter van de vegetaties van dit verbond. Er is geen eigen eenheid voor dit type vegetaties voorzien, omdat die zelden perceelsdekkend voorkomen. In de eerste BWK-kartering belandden vertegenwoordigers met Pijptorkruid vaak onder de noemer Hc. Dit is nogal vervelend, omdat men hierbij nogal snel het idee krijgt met een Dotterverbond te maken te hebben. Zilte vertegenwoordigers ressorteren meestal onder de + Da, bijvoorbeeld Hpr + Da. Het onderscheid met zilte vegetaties van de Zeeaster-klasse blijkt hier weliswaar niet uit, maar dat werkt minder verwarrend dan de eerste aanduiding. Vermoedelijk worden heel veel vertegenwoordigers simpelweg genegeerd bij de BWK-kartering, omwille van hun geringe oppervlakte en het ontbrekend van een passend BWK-symbool. Als ze al worden gekarteerd is het dikwijls gewoon in hp*, hoewel het duidelijk meer waard is. Dat wordt dan weer opgelost door het "biologische zeer waardevol" te evalueren, maar dat is natuurlijk maar een lapmiddel. Ongeveer 40 % van de natuurtypen komt perfect overeen met een BWK-karteringseenheid. Er is een grote middengroep die ongeveer overeenkomt op een manier dat het bruikbaar is (maar waar een terreincontrole of bijkomende informatie nodig is om het exacte natuurtype af te leiden). 15% van de natuurtypen heeft géén tegenhanger in de BWK . In beide laatste gevallen zijn het echter moeilijk te karteren types of types die meestal erg klein zijn). Nieuw is ook een methodiek om vanuit de BWK-eenheden af te leiden of het vegetatietype in kwestie een Natura 2000-vegetatietype is. Op het INBO heeft men een sleutel ontwikkeld die in de meeste gevallen uitsluitsel geeft. Slechts in een beperkt aantal gevallen is een terreinbezoek nodig.
De Biologische Waarderingskaart is terug te vinden via het geoloket: http://www.geopunt.be/(opent nieuw venster)
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.