Echinococcus multilocularis is een lintworm die kan voorkomen bij dieren in het wild, zoals de vos. Ook de mens kan besmet worden met deze gevaarlijke lintworm. Echter, bij ons zal deze lintworm zich in het larvestadium bevinden, en de lever of andere organen aantasten. Van het volwassen dier heeft een vos geen last.
De mens kan besmet worden door vossenlintworm door het opnemen van de eitjes. De lintworm kan dan bij de mens de ernstige dodelijk ziekte Alveolaire Echinococcose veroorzaken en heeft dus een impact op de volksgezondheid. Daarom is alertheid vereist en dienen de aangewezen preventieve voorzorgsmaatregelen toegepast te worden.
Ziekteverwekker
Echinococcus multilocularis is een kleine lintworm die kan voorkomen bij dieren in het wild, zoals de vos. Knaagdieren kunnen worden besmet door opname van eitjes met het larvale stadium van de lintworm. Zoogdieren zoals de vos en hond kunnen door het eten van besmette knaagdieren besmet worden met het worm-stadium. Ook de mens kan worden besmet met Echinococcus multilocularis. Humane besmetting kan de ernstige dodelijke ziekte Alveolaire Echinococcose veroorzaken.
Hoe gebeurt besmetting bij mens en dier
De vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) is 2 tot 6 millimeter groot. Het is een kleine lintworm die in het darmstelsel van vossen leeft en in afnemende mate ook voorkomt bij honden en katten. De lintworm produceert microscopisch kleine eitjes die in de natuur terechtkomen via de uitwerpselen van de vos. Knaagdieren kunnen deze eitjes opnemen. Uit de eitjes ontwikkelen zich vervolgens larven die larvale cysten vormen in organen van het knaagdier. Wanneer een besmet knaagdier wordt opgegeten door een vos, hond of kat, ontwikkelen er terug lintwormen uit de larven. Een besmet knaagdier wordt ziek van larvale cysten, maar een besmette vos, hond of kat heeft daarentegen geen last van een besmetting met lintwormen.
De mens kan net zoals een knaagdier besmet worden door opname van eitjes met het larvale stadium van de lintworm. De mens kan, in tegenstelling tot vos, hond en kat, niet besmet worden met het worm-stadium. Larven van de vossenlintworm veroorzaken bij de mens een ernstige leveraandoening, nl. Alveolaire Echinoccocose. Humane besmetting gebeurt door het innemen van eitjes. Eitjes kunnen aanwezig zijn op lage vegetatie, de bosbodem, bessen op lage struiken, .... Eerst zijn de eitjes enkel in vossenkeutels te vinden, maar deze breken af en verstoffen in de omgeving. Na hanteren van materiaal van de bosbodem kunnen eitjes in de mond terechtkomen (boterhammen eten zonder handen te wassen). Bosvruchten op enige hoogte vormen waarschijnlijk geen gevaar. In elk geval geeft confituur van bosvruchten geen probleem mits de temperatuur 10 minuten lang +60°C is geweest. De eitjes zijn wel resistent tegen bevriezing.
De meeste besmettingen gebeuren doordat huisdieren besmet geraken met de lintworm en vervolgens zelf eieren produceren. Daardoor geraakt het woonhuis vol met eitjes waarna besmetting van de gezinsleden volgt. Er zijn mensen resistent tegen de lintworm, maar dat zijn eerder uitzonderingen. Een humane besmetting is erg zeldzaam, doch zeer ernstig. Na inname van een of meer eitjes duurt het 5 tot 15 jaar voor ziekteverschijnselen optreden. Deze bestaan uit buikpijn, kortademingheid en geelzucht door het falen van de lever. De cyste die zich in de lever vormt zal zich vermenigvuldigen en blaasjes vormen. Er is vooralsnog geen optimale medische behandeling voorhanden waardoor waardoor de sterfte erg hoog ligt, in 70-90% van de gevallen. Sinds 1999 zijn er in België enkele humane infecties gekend vanuit een vermoedelijk lokale besmettingshaard.
Voorkomen in Vlaanderen
De parasiet werd voor het eerst aangetroffen in Wallonië in 1992, en komt sindsdien wijdverspreid voor in de vossenpopulatie in het Waalse Gewest. In het Vlaamse Gewest werd in 1999 voor het eerst de aanwezigheid van Echinococcus multilocularis aangetoond in de vossenpopulatie. Meer bepaald werd de lintworm teruggevonden bij 4 van de 237 onderzochte vossen, waarvan 3 vossen afkomstig zijn van het zuiden van Vlaanderen nabij de taalgrens, en 1 vos van het noorden van Vlaanderen nabij de Nederlandse grens. Uit dat onderzoek weten we dat de lintworm inderdaad voorkomt in Vlaanderen, net zoals in Wallonië, onze buurlanden en de meeste andere Europese landen. Doch in tegenstelling met Wallonië komt deze lintwormbesmetting in Vlaamse vossen slechts zeer sporadisch voor. Om een actueel beeld te verkrijgen van het voorkomen van de vossenlintworm in Vlaanderen voerde het Agentschap voor Natuur en Bos een surveillance uit in de vossenpopulatie in de periode oktober-december 2012, 2013 en 2014. Deze surveillance gebeurde in samenwerking met erkende wildbeheereenheden in Vlaanderen, Diergezondheidszorg Vlaanderen vzw (DGZ) en met Nationaal Referentielaboratorium voor parasieten van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (NRL-ITG). De resultaten van de surveillance in het winterseizoen 2012-2013 vind je hier(opent nieuw venster) terug, de resultaten van de surveillance in het winterseizoen 2013-2014 vind je hier(opent nieuw venster) terug.
Gevolgen
Echinococcus multilocularis kan bij de mens de ernstige dodelijk ziekte Alveolaire Echinococcose veroorzaken en heeft dus een impact op de volksgezondheid. Daarom is alertheid vereist en dienen de aangewezen preventieve voorzorgsmaatregelen toegepast te worden. Preventieve maatregelen Gezien de impact van humane infectie en het gebrek aan een optimale behandeling is het erg belangrijk preventieve maatregelen in acht te nemen. Temeer daar de ziekte in Europa in uitbreiding is. Deze preventieve maatregelen zijn erop gericht om het binnenkrijgen van eitjes van de lintworm te vermijden. Deze eitjes zijn niet zichtbaar met het blote oog.
Ontdek meer informatie omtrent Echinococcus multilocularis: bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid(opent nieuw venster).
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.