De beide filmpjes hieronder geven een goede inleiding tot de graslandfases in functie van de botanische biodiversiteit. Het is goed dat je ze bekijkt voor de les.
Belangrijk voor graslandbeheer is het leren herkennen van de verschillende graslandfases. Er zijn er gaande van fase 0 tot fase 5. Fase 0 tot fase 2 wordt gedomineerd door grassen en is zeer voedselrijk. Fase 3 tot 5 is rijker aan kruiden en is minder voedselrijk. Graslandfase 0 tot graslandfase 2 zijn vaak bemeste hooilanden met een hoge productiviteit maar een lage biodiversiteit. Door het stoppen van bemesten en een goed maaibeheer is het mogelijk deze graslanden om te vormen naar fase 3,4 of 5 graslanden. Deze graslanden hebben een lagere productiviteit maar een hoger biodiversiteit.
Hier zie je een voorbeeld van een fase 0 grasland dat gedomineerd wordt door raaigras. Ook fase 1 en fase 2 graslanden worden gedomineerd door grassen. Maar dan door andere grassoorten. Vanaf fase 3 komen er meer kruiden in het grasland. Zoals bv. Rode klaver en Smalle weegbree. Fase ' is de bloemrijkste fase met meestal veel kleur. Fase 5 is soms minder bloemenrijk omdat de bodem vrij voedselarmer is, maar de aanwezige soorten zijn vaak zeldzamer.
Hoe je elke fase kan beheren en herkennen leer je in andere video's.