Natuurbeheerders moeten soms kleine stilstaande watertjes beheren, of worden om advies gevraagd. Vijvertjes, poelen, tuinvijvers… hebben een eigen ecologie die sterk verschilt van stromend water. We hebben net gezien dat verlanding een grote rol speelt, het beheer zal er dus voor een stuk op gericht zijn dat proces te vertragen of terug naar de eerste fases te gaan. Je kan er ook voor opteren de situatie te laten voor wat hij is, waarna je met een moeras eindigt. Daarover gaat dan weer het volgende hoofdstuk.
Poelen zijn echte hotspots voor biodiversiteit. Op enkele tientallen vierkante meters oppervlakte vind je al snel tientallen soorten, en in de betere poelen zelfs honderden soorten. Ze zijn een habitat voor zeldzame kiezelwieren, watervlooien, libellen, oever- en waterplanten, kokerjuffers, waterkevers, wantsen, slakjes enzovoort. Interessant om te weten wellicht, is dat uit onderzoek blijkt dat de totale soortenrijkdom kan afgemeten worden aan de plantendiversiteit. Dus hoe meer soorten planten in de poel, wellicht hoe hoger de totale rijkdom aan dierlijk leven is.