Het belang van beheer
Een haag leeft en evolueert. Ze zal er altijd naar streven om zich door natuurlijke successie te ontwikkelen tot een rij bomen. Je kunt een haag nog het best vergelijken met een bosrand omdat de soorten die in de haag voorkomen ook dikwijls aangetroffen worden als onderdeel van een bosrand. De oudste hagen zijn meer dan waarschijnlijk trouwens ontstaan toen bos gekapt werd en omgezet in landbouwgrond . De bosrand bleef staan als grens en natuurlijke afsluiting. Als we willen dat een haag niet evolueert naar een rij bomen , als we wensen dat ze dik en ondoordringbaar blijft, een habitat vormt voor bepaalde soorten of gewoon willen dat de haag er ‘netjes’ uitziet, dan moeten we de haag beheren.
Alle hagen hebben beheer nodig
Beheer moet op een aangepaste manier uitgevoerd worden, want zowel te intensief beheer als verwaarlozing kunnen een bedreiging vormen voor het overleven en de goede structuur van de hagen.
Te intensief beheer wordt veroorzaakt door frequent zeer kort te scheren jaren na mekaar. Je kunt dit het best zien bij meidoornhagen die dan na verloop van tijd gaan lijken op ‘paddestoelen op stokjes’ en langzaam beginnen afsterven.
Veel (mei)doornhagen werden tot kort na de eerste wereldoorlog nog regelmatig gevlochten. Na WO I deed de prikkeldraad zijn intrede en verdween de noodzaak om hagen te vlechten. De bestaande hagen werden enkel nog jaarlijks geschoren op dezelfde hoogte en breedte. Ze begonnen langzaam aan vitaliteit in te boeten.
Regelmatig scheren op dezelfde hoogte zorgt voor een steeds ‘nette’ haag en wordt ook gedaan om veiligheidsredenen langs straten bijvoorbeeld. Maar in de haag gaat elke struik door een natuurlijk verouderingsproces. De stammen worden dikker en rotten op veel plaatsen in omdat ze steeds tot op dezelfde plek teruggeschoren worden. De haag staat onder constante stress door deze vorm van beheer en als we niet opletten zullen we veel hagen op termijn verliezen omdat ze langzaam wegkwijnen.
Op zeker ogenblik zullen we het beheer wat kalmer aan moeten doen en de haag stapsgewijze opnieuw in de hoogte laten groeien. Hierdoor geven we de haag de ruimte om te ‘ademen’. Als we dit doen vooraleer de struiken beginnen weg te kwijnen, dan kunnen we de haag voor een aanzienlijk langere tijd gezond houden. Het aantal gezonde stammetjes per lopende meter is zeer belangrijk in dit proces.
Als we de haag over een lange periode steeds op dezelfde hoogte geschoren hebben , dan beginnen de struiken af te sterven. Zelfs als we ze dan opnieuw in de hoogte laten toenemen, hebben we veel minder opties over voor het beheer. Een haag die bijvoorbeeld, na uitgroeien, te weinig stammetjes per lopende meter telt, kan nadien niet meer gevlochten worden. Ook als ze tot op de grond afgezet wordt zal extra kost en arbeid nodig zijn om de open gaten in te boeten met jong plantgoed.
We moeten de haag leren ‘lezen’ en ze stapsgewijze in hoogte laten toenemen op een gecontroleerde manier vooraleer ze teveel onder stress komt te staan. Zo houden we de struiken gezond. Als we eventueel beslissen om de haag te verjongen door ze te vlechten of af te zetten, dan hebben we genoeg gezonde struiken om de basis te vormen voor de nieuwe, dikke en vitale haag.
Op het andere einde van de schaal laat verwaarlozing of het ontbreken van beheer de haag toe om haar natuurlijke levenscyclus in een ongecontroleerde manier te doorlopen. Het onvermijdbare resultaat is een breed uitgroeiende, verouderende haag die opnieuw weinig andere beheeropties toelaat dan afzetten en de gaten inboeten met nieuw plantgoed. Alhoewel oude hagen een rijk habitat zijn en bvb een overvloed aan nectar en vruchten produceren, worden ze op termijn onstabiel. Ze beginnen in mekaar te vallen en evolueren naar een bomenrij. Bomenrijen kunnen interessant zijn voor vleermuizen en broedvogels, maar er moet gezocht worden naar een evenwicht tussen het verlies van het rijke habitat die hagen nu eenmaal zijn, ten opzichte van het laten uitgroeien van sommige hagen tot grotere structuren. om de natuurlijke successie die de haag wil doormaken te vertragen, maar ze niet geheel te bevriezen. Zo bereiken we met de hagen die we beheren een ideale mix van verschillende stadia. Dat is net wat ons landschap zo mooi maakt.