Het betreft hier grote zeggenvegetaties in moerassen en struwelen. De vegetatie kan bestaan uit zwak ontwikkelde vlekken tot vlakdekkende vegetatie. Deze is meestal zwak ontwikkeld, en is al dan niet aanwezig in de ondergroei van aanplantingen. Bij goed ontwikkelde, dichte, vlakdekkende vegetaties spreken we van een Rbbmc, een regionaal belangrijk biotoop.
In Vlaanderen komen deze vegetaties voor als grote zeggengemeenschappen met Scherpe zegge en Oeverzegge of als verlandingsgemeenschappen met Pluimzegge.