Bossen zijn structuurrijke vegetaties die opgebouwd zijn uit meerdere vegetatielagen zoals de boom-, struik- en kruidlaag. Bij goed ontwikkelde natuurstreefbeelden bossen is er een variatie aan inheems standplaatsgeschikte boomsoorten en zijn de bomen van verschillende leeftijden en diameterklassen. Ook oude bomen en dood hout zijn belangrijke kenmerken. In het bos en bij de overgang naar andere biotopen is het belangrijk dat er aandacht is voor bosranden en open plekken.
Deze variatie in plekken met jonge bomen, volgroeide bomen, oude stervende bomen, open plekken en bosranden kan alleen in bossen van een bepaalde oppervlakte. Goed ontwikkelde bossen mogen dus niet te klein zijn.
In de interactieve figuur hieronder kan je de ecologische kenmerken van bossen ontdekken.
Belangrijke ecologische kenmerken in bossen zijn:
- minimum structuurareaal, de minimum oppervlakte voor een goed ontwikkeld bosstreefbeeld
- bosconstantie
- aanwezigheid van sleutelsoorten in de boom-, struik- en kruidlaag
- verticale structuur (boom-,struik- en kruidlaag)
- horizontale structuur
- dood hout
- invasieve exoten in de boom-, struik- en kruidlaag
- afwezigheid van verruigingsindicatoren
Deze pagina en interactieve figuur werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van het LIFE-programma van de EU(opent nieuw venster) in het kader van het LIFE BNIP-project(opent nieuw venster).