Natuurstreefbeelden vegetaties worden omschreven aan de hand van het aanwezige vegetatietype. Voor herkenning zijn dus de kenmerkende plantensoorten van belang. Voorbeelden zijn dotterbloemgraslanden of een matig voedselrijk broekbos. Voor type 3 en 4 natuurterreinen komen alle Europees beschermde habitats en de regionaal belangrijke biotopen in aanmerking als streefbeeld. Voor type 2 komen ook nog een aantal andere ecologisch waardevolle vegetaties in aanmerking.
Om op het veld een natuurstreefbeeld op naam te brengen kan je gebruik maken van de determinatiesleutels van het inbo(opent nieuw venster). Hiermee bepaal je het Natura 2000 habitat en de BWK-code. Waardoor je ook het natuurstreefbeeld kan bepalen dit is namelijk een combinatie van de BWK en de Natura 2000 indeling.
Een beschrijving van de verschillende natuurstreefbeelden vegetatie vind je hier.