Themanummer: Duizendknopen

Introductie 

Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) een soort die menig terreinbeheerder grijze haren bezorgt. Een soort die niet op de Europese Unielijst staat, maar er volgens velen zou moeten op staan, want haar invasieve karakter is onmiskenbaar. Bij de volgende release van de lijst, wordt die natte droom misschien wel waar…

Op Ecopedia  kan je talloze projecten, toepassingen, experimenten, beheerinfo  etc. terugvinden. Er verschenen van de hand van Marijke Thoonen van het Instituut Natuur- en Bos onderzoek heel wat interessante publicaties in tijdschriften en magazines, waaronder Bodem(opent nieuw venster) . Er werden antwoorden gegeven op Parlementaire vragen(opent nieuw venster) . Ook ExotenNet organiseerde in 2022 al een werkgroep invasieve, uitheemse soorten(opent nieuw venster) rond het thema. Menig redactielid gaf al lezingen rond duizendknopen, waaronder Koen van Roeyen, wiens presentatie je hier(opent nieuw venster)  kan terugvinden. Ook kennisnetwerk Invasieve exoten in Nederland lijstte verschillende methodieken, hun toepassing en effectiviteit, samen met de voor- en nadelen op op hun website(opent nieuw venster) . Aan informatie dus geen gebrek. 

Maar door de vele vragen vonden we het met ExotenNet relevant om enkele projecten en beheermethoden voor jullie te bundelen. Lees dus zeker verder, volg onze Facebook-posts(opent nieuw venster) voor updates in het exoten-landschap en vooral surf naar Ecopedia voor meer info, want daar blijven wij - en vele andere beheerders met ons - alle info verzamelen. Vooral op de pagina van duizendknopen kan je bij publicaties tal van info vinden, die een basis kan vormen voor jouw persoonlijke aanpak. 

Heb je zelf een project dat je in de kijker wil zetten? Laat het ons weten via exoten@oost-vlaanderen.be 

voor nu, veel leesplezier!

De ExotenNet- Redactie 

Beslishulp voor beheerders

De Japanse duizendknoop, de Sachalinse duizendknoop en de Boheemse duizendknoop horen bij de 100 meest problematische uitheemse planten in Europa. Deze invasieve planten worden gekenmerkt door lange stengels die over de hele lengte hartvormige bladeren dragen. Ze vormen hoge, gesloten vegetaties waaronder bijna geen andere planten groeien en verspreiden zich snel. Grond die wortelstokken van invasieve duizendknoop bevat, mag vrij hergebruikt worden. Hierdoor ontstaan vele nieuwe besmettingen. Bij hergebruik van besmette bodem in de toplaag staat het vast dat nieuwe populaties zich zullen ontwikkelen in de daaropvolgende jaren. Hoe groter het aandeel wortelstokken in de bodem, hoe sterker de plant zal terugkeren.

Wettelijke omkadering van de beheeraanpak: 

In "Een kader voor een goed beheer"(opent nieuw venster) kan je een toelichting vinden rond de wettelijke status van duizendknopen. Afhankelijk van de gekozen beheeraanpak zijn er enkele zaken om rekening mee te houden: 

  1. Het Soortenbesluit: Het soortenbesluit(opent nieuw venster) , een uitvoeringsbesluit van het Natuurdecreet, verbiedt het opzettelijk introduceren van uitheemse soorten in het wild. Het verankert de Europese verordening (n° 1143/2014) in Vlaanderen, met regels voor de surveillance, preventie, en beheer van invasieve uitheemse soorten. Een Vlaamse lijst met soortgelijke bepalingen kan worden opgesteld, hoewel deze nog niet ingevuld is. Dit besluit faciliteert sensibilisatiecampagnes, beheer- en bestrijdingsacties en andere regulerende maatregelen.
  2.  Herbicidengebruik: Decreet en besluit duurzaam gebruik van pesticiden reguleert het gebruik van pesticiden sinds 1 januari 2015 voor openbare diensten en sinds 1 juli 2017 voor particulieren. Specifiek voor invasieve duizendknoop is een generieke afwijking voor glyfosaatinjectie mogelijk zonder aanvraag, mits de voorwaarden worden gerespecteerd. Afwijkingen hiervan vereisen een specifieke aanvraag.
  3. Bermdecreet: Het bermbesluit  regelt het maaien van bermen, met beperkingen voor maaidata. Afwijkingen kunnen worden aangevraagd voor bestrijdingsdoeleinden. Nieuwe bermbeheerplannen kunnen worden geïntegreerd in natuurbeheerplannen, wat administratieve lasten vermindert en subsidies kan opleveren.
  4. Wetgeving waterlopen: Het decreet integraal waterbeleid(opent nieuw venster)  verbiedt pesticidengebruik binnen 1 meter van oppervlaktewater. Strengere regels gelden binnen 6 meter voor commerciële activiteiten en openbare diensten, die een afwijking moeten aanvragen. Onderhoudswerken mogen slib en gemaaide planten in de 5 meterzone laten liggen.
  5. Bodemwetgeving: Het VLAREBO(opent nieuw venster) regelt het hergebruik van uitgegraven bodem om verspreiding van verontreiniging te voorkomen. Wortelstokken van invasieve duizendknoop zijn geen expliciet criterium, wat tot nieuwe besmettingen kan leiden. Soms wordt grond behandeld als verontreinigd om dit te vermijden.
  6. Dierenzorg en wettelijke verplichtingen: Het inzetten van grazers voor bestrijding van duizendknoop brengt wettelijke verplichtingen met zich mee, zoals verplichte registratie en veterinaire controles. Dieren moeten voldoende schuilmogelijkheden en voedsel hebben, met specifieke eisen voor paarden.
  7. Overige regels : Alleen personen met de nodige kennis en een fytolicentie  mogen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken om risico’s voor mens, dier en milieu te minimaliseren.

Belang van veilig grondverzet: 

De wortelstokken spelen een sleutelrol in de verspreiding van de soort. Het verplaatsen van grond (grondverzet) leidt ertoe dat de soort op steeds nieuwe plaatsen terechtkomt. In Vlaanderen is Japanse duizendknoop nog steeds aan een opmars bezig. In (spoor)wegbermen, langs waterlopen en op industrieterreinen duiken geregeld nieuwe duizendknoopruigtes op. Om deze opmars te stoppen, vraagt het Agentschap Natuur en Bos in te zetten op drie maatregelen:

  1. Preventie: vermijd verspreiding bij grondverzet. Ga eerst na of er ruigten aanwezig zijn. Neem grondsanering en bepalingen voor het grondverzet op in jouw bestek. Voorbeeldbestekken kan je terugvinden via Ecopedia  en ook op de website van Provincie Oost-Vlaanderen(opent nieuw venster) . Lees ook de gids over duurzaam grondverzet. 
  2. Snelle respons: Na het grondverzet manueel restruigte verwijderen tot 5 jaar na het grondverzet. Voorzie zeker een jaarlijks nazicht. 
  3. Beheersing : Werk een meerjarenplan uit in het geval van grote duizendknoopruigtes. 
Aanpak Japanse duizendknoop VLM_IMG_20180130_123237 (VLM)

Een beslishulp voor beheerders: 

Door rekening te houden met de aanwezigheid van invasieve duizendknoop bij grondverzet kan de opmars sterk vertraagd worden en de hinder beperkt worden. Een betere regelgeving bij grondverzet kan het risico op nieuwe besmettingen en de hoge beheerkost achteraf, drastisch verminderen. Problemen met invasieve duizendknoop moeten al in de planningsfase van het grondverzet aangepakt worden. Best wordt een werkplan opgesteld waarin wordt aangegeven hoe men wenst om te gaan met besmette grond, inclusief het transport, de stockage en de verwerking ervan. 

De oorspronkelijke groeiplaats, tijdelijke opslagplaatsen van besmette grond, de transportroutes en de locatie van hergebruik worden best opgenomen in een controle- en nazorgtraject. Dit betekent dat na recente grondwerkzaamheden in de volgende groeiseizoenen systematisch één of meerdere terreinbezoeken ingepland worden om de vegetatieontwikkeling te monitoren. Indien tijdens de controle nieuwe duizendknoopstengels worden opgemerkt worden deze onmiddellijk verwijderd door deze uit te spitten. In andere gevallen kan men ook kiezen voor afdekken, glyfosaatinjectie, begrazing, ... De controle en nazorg wordt volgehouden tot minstens 1 volledig groeiseizoen geen enkele plant of scheut meer wordt waargenomen. Via controle en nazorg wordt verhinderd dat jonge besmettingen kunnen uitgroeien tot grote, aaneengesloten vegetaties.

Deze beslishulp helpt je bij het uitwerken van een goede beheerstrategie voor invasieve duizendknoop. Het is belangrijk de juiste doelstelling te kiezen en daarnaast in te zetten op preventie, controle en nazorg. Door een aantal vragen te beantwoorden, kom je tot een advies voor jouw specifieke situatie.

Vilda_106849_Japanse_duizendknoop_Yves_Adams_A5_38694.jpg (Marijke Thoonen en Sus Willems)

Auteurs: Marijke Thoonen (INBO) en Anke Stefens (RATO vzw)

Een blik op de oppervlakte-uitbreiding van Japanse duizendknoop: maaibeheer versus nulbeheer

Japanse duizendknoop is een invasieve plant die aanzienlijke ecologische en economische schade kan veroorzaken. Daarom is het belangrijk om een effectief beheersplan te hebben.  Een duurzame aanpak heeft een positief effect, is niet overdreven duur en gebruikt geen herbiciden. Nulbeheer heeft potentie om aan die randvoorwaarden te voldoen. Om de effectiviteit ervan te evalueren vergeleken we de oppervlakteverandering van duizendknoopruigte onder nulbeheer en maaibeheer.

Duizendknoopruigte afgespannen met palen en draad om maaien te voorkomen -  Marijke Thoonen (INBO)
Duizendknoopruigte afgespannen met palen en draad om maaien te voorkomen (foto: Marijke Thoonen- INBO) (Marijke Thoonen - INBO)

Resultaten van het onderzoek: 

De resultaten tonen aan dat er veel variatie is in de jaarlijkse oppervlakteverandering van de duizendknoopruigtes, ongeacht de beheerstrategie. Dit suggereert dat de groei beïnvloed wordt door verschillende omgevingsfactoren en het karakter van een ruigte. Enkele bevindingen over de uitbreidingssnelheid van invasieve duizendknopen: 

  • 7% van de locaties kromp in omvang
  • 1/3de van de locaties groeide jaarlijks van 0-10%,
  • 1/5de van de locaties groeide jaarlijks 10-20%, 
  • nog eens 1/5de van de locaties groeide jaarlijks 20-30%
  • 1/5de van de locaties groeide jaarlijks meer dan 50%,

Dat de ruigtes kleiner dat 4m² jaarlijks meer dan 50%, benadrukt het belang van vroege detectie en snelle respons. Door jaarlijkse inspecties en het handmatig uitspitten van kleine groeiplaatsen kan de verspreiding van de plant effectief worden beperkt.

Figuur Verdeling van de ruigtes (in%) volgens de mate waarin ze jaarlijks, relatief (in%) uitbreiden. De blauwe balk geeft de percentages van ruigtes < 4m² bron: dataset INBO
Figuur Verdeling van de ruigtes (in%) volgens de mate waarin ze jaarlijks, relatief (in%) uitbreiden. De blauwe balk geeft de percentages van ruigtes < 4m² bron: dataset INBO (Marijke Thoonen - INBO)

 Aanbevelingen voor beheerders

  1. Schat de mogelijke uitbreiding in: Pragmatisch kunnen we ervan uitgaan dat een gevestigde duizendknoop-ruigte jaarlijks 10-20% uitbreidt. Beheerders kunnen op basis van deze vuistregel uitrekenen hoe de oppervlakte duizendknoop-ruigte, indien gekend, op hun terreinen zal evolueren en welk aandeel van de totale beheer-oppervlakte hierdoor zal worden ingenomen. Deze rekenoefening kan een aangepast duizendknoop-beheer motiveren en onderbouwen.
  2. Jaarlijkse inspectie: Controleer uw terreinen jaarlijks tussen eind april en begin mei op kleine duizendknoopruigtes (< 4m²). Verwijder deze handmatig voordat de grote maairondes beginnen. 
  3. Voorzichtigheid bij maaien: Als maaien noodzakelijk is, wees dan extra voorzichtig om verspreiding van wortelstokfragmenten te voorkomen.
  4. Nulbeheer: Voor gevestigde ruigtes adviseren we, om waar mogelijk, het nulbeheer te handhaven. Hierbij is het risico op snelle uitbreiding kleiner dan bij maaibeheer. Bovendien is dit een vorm van preventie: het risico dat nieuwe groeiplaatsen ontstaan uit afgemaaide en weggeslingerde wortelstokfragmenten blijft uit.
  5. Markeren en afpalen: We raden aan om de duizendknoop-ruigtes die bestreden worden of een aangepast beheer krijgen zoals nulbeheer of uitspit-beheer af te palen op het terrein. Niet gemarkeerde locaties worden vaak meegemaaid omdat ze minder zichtbaar zijn voor bestuurders van maaimachines. 

Conclusie

Het onderzoek toont statistisch aan dat bij nulbeheer de oppervlakte-uitbreiding gemiddeld even snel verloopt als bij maaibeheer. We vonden echter dat het risico op snelle uitbreiding groter is bij maaibeheer dan bij nulbeheer. Anderzijds kan maaibeheer de uitbreiding ook onderdrukken. Echter, welke kant het uitgaat onder maaibeheer is zeer moeilijk in te schatten en wellicht afhankelijk van de vitaliteit van een ruigte in combinatie met de omgevings- en milieucondities. 

Om deze reden, maar ook om het risico op verspreiding via fragmenten te beperken, blijven we nulbeheer adviseren daar waar mogelijk.

Door proactief en zorgvuldig te werk te gaan, kunnen we de impact van Japanse duizendknoop op onze ecosystemen en economie minimaliseren. Raadpleeg de beslishulp voor beheerders  om jouw beheer uit te werken. 

Auteurs: Thoonen M., Van Kerckvoorde A., De Geest L., Christiaens B. in prep. Kennisopbouw invasieve duizendknopen. Opvolging van oppervlakteverandering en onderzoek naar efficiëntie van manueel uitspitten. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2024 (nr x). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Bio-veilig grondverzet: de sleutel om invasieve duizendkoop systematisch terug te dringen. Een voorbeeld te Geel 

Najaar 2020 startte een bouwproject te Geel, en dit op een site die al jarenlang zwaar besmet was met Japanse duizendknoop. Om problemen te vermijden, nam de stad contact op met alle betrokkenen, om een strategie af te spreken zodat deze exoot niet tijdens en na werken voor problemen zou kunnen zorgen. Er werd (op mijn advies) gekozen om maximaal bio-veilig te werken. Dit wil zeggen dat er zeker geen besmette grond de site zou verlaten, dat de besmette grond die tijdelijk op stock gezet diende te worden op mijn voorstel minstens 2X per groeiseizoen met de kraan gekeerd zou worden, en dat zou belet worden dat op de werf nieuwe scheuten zouden ontwikkelen. Deze werden door mij regelmatig manueel verwijderd. Er zijn nu 3 groeiseizoenen achter de rug, de huizen in de zwaarst besmette zone zijn ondertussen bewoond, en er is nu nog nacontrole. Op sommige verdoken plaatsen duiken nog minimale scheuten op, en deze worden nu nog verwijderd.  

Voordat de werken begonnen, werd de duizendknoopvegetatie diep gefreesd. Dit om de oppervlakkige kronen maximaal te verkleinen. Dit heeft het regeneratievermogen in de tijd een enorme klap gegeven.  

Deze actie is zeer succesvol gebleken, en er was slechts een minieme meerkost. Deze techniek vraagt wel een zeer goede communicatie en discipline tussen alle betrokkenen.  

Een aantal foto’s van dit proces deze link Bouwen in een besmette site(opent nieuw venster)

Auteur: Sus Willems - Duizend Knopen Ontward

Bio-veilig grondverzet van duizendknopen in Geel door Duizend Knopen Ontward (Sus Willems - Duizend Knopen Ontward)

Bestrijding van invasieve duizendknoop door besmette bodem te storten in een grondwal: de case Legendale

In 2019-2020 gaf de VLM aan de zogenaamde Legendalesite te Oostkamp een nieuwe invulling. Deze zone, een beetje verloren tussen de E40 en een woonwijk, was o.a. in gebruik als gemeentelijk opslagterrein. De inrichting tot toegankelijk park met hondenspeelzone en volkstuintjes, kaderde in het landinrichtingsproject Brugse Veldzone, inrichtingsplan Nieuwenhove-Gruuthuyze. 

Bij de voorbereiding van het ontwerp werd op de gronddepots op het terrein een aantal haarden duizendknoop aangetroffen, over een totale oppervlakte van ca. 1500 m². Het betrof niet alleen de Japanse maar ook de veel forsere Sachalinse duizendknoop. Het ontwerp voor de recreatieve inrichting voorzag deze grondhopen te verplaatsen om een wal langs de autosnelweg te realiseren. Er was dus een reële kans op het verspreiden van de besmetting over de hele werkzone.

Experiment in samenwerking met AWV

In de zoektocht naar een oplossing werd in 2017 in samenspraak met Sus Willems (toenmalig ANB, nu Duizend Knopen Ontward) en Jo Laps van AWV een proefproject opgestart dat door VLM en later ook met hulp van het INBO (Marijke Thoonen) werd opgevolgd.  
De hypothese dat het wegnemen van de ‘kronen’ (de verdikte worteldelen) de Sachalinse duizendknoop een zodanige klap zou toebrengen, dat ze naderhand relatief gemakkelijk onder controle te krijgen zou zijn, bleek niet te kloppen. Er was nog meer dan voldoende reserve in de overblijvende wortels om zich te herpakken; er leek na een paar weken zelfs niet te zijn afgegraven (0,5 m)! Ook de aangewende methode van het uitzeven van besmette grond met kraan met puinbak/kasseibak (maaswijdte 4,5-5,5 cm) bleek niet efficiënt. In de verschillende bodemfracties was er opschot vanuit de (al dan niet kleine) overgebleven worteldelen.

Bijkomend werden drie methodes voor afdekken onderzocht. Hieruit bleek dat het louter afdekken met 75 cm aarde de hergroei allerminst belemmerde. De niet-geweven geotextiel gaf ook geen 100% garantie, de EPDM-folie daarentegen wel (beiden ook afgedekt met 75 cm aarde). 

Herinrichting site: uitgraven, storten onder wal en afdekken met folie

Voor de uiteindelijke nieuwe inrichting werd gekozen voor het verwerken van de besmette grond (ca. 17.000 m³) in de kern van de nieuw aan te leggen grondwal en het afdekken met folie. Immers, de grond bevatte puin en kon niet als bodem kon worden hergebruikt maar wel als bouwmateriaal. Men koos voor afdekken met een niet-geweven geotextiel. In de eerdere proef was de geweven geotextiel immers niet efficiënt gebleken. Deze folie werd dwars op de grondwal aangebracht en ter plaatse werden de banden aan elkaar gestikt met een driedubbele naad. De folie werd op 4 m van de voet van de berm ingegraven tot 2,5 m diep. De berm werd afgedekt met teelaarde en er werd bosplantsoen op aangebracht.

Op de locatie van de oorspronkelijke haarden werd initieel uitgegraven tot 0,5m onder het maaiveld. Er was gelukkig voldoende tijd tijdens de uitvoering van het hele project om op deze restplaatsen eventuele hergroei af te wachten en niet onmiddellijk terug aan te vullen met aarde en/of folie. Bij hergroei werden de resterende wortels (al dan niet manueel) uitgegraven. Op sommige plaatsen moest men daarvoor 1,5 m diep gaan maar daarmee werd vermeden dat de bodem ter hoogte van de oorspronkelijke haarden ook zou moeten worden afgedekt. Enkel ter hoogte van de boomwortels naast een dreef was het nodig folie aan te brengen (gezien daar niet dieper kon worden gegraven), al bleek dat door de aansluiting met de boom ook niet 100% waterdicht.

Bij uitvoering van de werken en periode van nazorg was er een zeer rigoureuze opvolging en controle door de werftoerzichter van de VLM. Een aantal verspreide haardjes werd onmiddellijk aangepakt. Het resultaat in 2024 is dat de site te beschouwen is als duizendknoop-vrij. 

Klepelmaaien van Japanse Duizendknoopruigtes (Els Ameloot- VLM)
Resultaat Klepelmaaien van Japanse Duizenendknoopruigte (Els Ameloot- VLM)
Afgraven en zeven van duizendknoopruigtes (Els Ameloot- VLM)

Aanbevelingen 

  • Hou rekening met een substantiële meerkost. 
  • Als een rigoureuze opvolging (inzet mankracht werftoezicht!) niet mogelijk is, blijf er dan beter af. Leg de verantwoordelijkheid voor het ‘proper werken’ en de nazorg bij de aannemer. Dit is de enige garantie op succes. 
  • Baken een ‘cordon sanitaire’ af:
    • Op voorhand moet het heel duidelijk zijn waar de besmetting zich situeert.
    • Leg de transportroutes over de geïnfecteerde zones om maximaal ‘collateral damage’ uit te schakelen.
    • Maak strikte afspraken rond tijdelijke gronddepots op de werf: ‘propere’ grond op ‘propere’ plaatsen en geen tijdelijke opslag van besmette grond.
    • Maak duidelijke voorschriften naar gebruik van type machines (geen bulldozers, enkel grondkarren) en grondvervoer: karren tot max. 30 cm onder de rand vullen (i.f.v. tegengaan morsen!).
    • afborstelen en afspuiten (hogedruk) van machines ter plaatse is essentieel.
  • Laat de afgegraven besmette zones minimum 1 seizoen liggen en wacht eventuele hergroei af. Die kun je dan gericht aanpakken (eventueel herhaaldelijk) tot er niets meer opkomt. Zo was er de vaststelling van hergroei uit een stuk wortel na 2 jaar!

Fotoverslag proefexperiment

Andere nuttige links: 

Auteur: Els Ameloot, Vlaamse Landmaatschappij (VLM), Regio West

Hoe kan je het ecologisch monopolie van een historische vegetatie doorbreken met inheemse soorten? 

In tegenstelling tot wat vaak aangenomen wordt, zijn er wel degelijk inheemse plantensoorten die in concurrentie kunnen gaan met invasieve duizendknopen. Om deze aanpak uit te testen hebben we in het voorjaar van 2022 met de stad Geel en de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) enkele experimenten opgezet langs de Lichtaartseweg. Het opzet is daarbij niet om de aanwezige duizendknoop op korte termijn volledig af te doden, maar om de bermen, waar de aanplant van inheemse soorten gebeurt, een ecologische opwaardering te geven, waarbij de duizendknoop structureel teruggedrongen wordt. 

Hop en bosrank kunnen zelfs op eigen kracht een vegetatie binnendringen en belagen. Maar er zijn ook soorten die met enige hulp de strijd kunnen aangaan en hopelijk een vegetatie - op termijn - zelfs afdoden. Ideaal zijn struiksoorten die hoger worden dan 2 meter, de eerste jaren enige schaduw verdragen, niet spontaan opkruinen en een voldoende dichte schaduw creëren. 

Langs de Lichtaartseweg in Geel zijn oude, dichte duizendknoopruigtes ruigte aanwezig. In enkele hiervan zijn hazelaar, veldesdoorn, en haagbeuk als struiken geplant, aangevuld met hop, bosrank en kamperfoelie. 

Haagbeukplatsoen tussen duizendknoopruigtes (Sus Willems - Duizend Knopen Ontward)

Ondanks enkele problemen zoals hitte- en droogterecords en slechte kwaliteit van het haagbeukplantsoen zijn er ondertussen voldoende planten aangeslagen, zodat het experiment vertrokken is. Daarbovenop zijn interessante soorten die in de omgeving voorkomen in lage aantallen ingeplant of vestigden ze zich spontaan: verwilderde appels, spontane zaailingen van walnoten, lokale kroosjes (Prunus domestica of lokale boerenpruimpjes), Gelderse roos…  

Foto’s op deze link inplantexperiment Geel/Lichtaartseweg(opent nieuw venster)  

Ook langs de oevers van Kleine Nete (Lichtaartseweg) werden hazelaar, hop en bosrank (eigen kweek) aangeplant. Vooral hop ging enkele maanden na de aanplant de strijd al aan met de duizendknoop! 

Foto’s van deze inplantactie op deze link Inplantexperiment langs Kleine Nete te Geel(opent nieuw venster)   

Tot nu toe was het uiteraard belangrijk om de aanplant regelmatig vrij te stellen om overwoekering van duizendknoop te beletten. Dit vroeg enige actie. Eind van dit jaar maak ik een synthese met kostprijsberekeningen van deze techniek. Om maaischade te voorkomen en om een ecologisch element toe te voegen, zijn nu ook stammen langs de aanplant aangebracht. 

Volg Duizend Knopen Ontward via Facebook(opent nieuw venster) of LinkedIN(opent nieuw venster)  en blijf op de hoogte van de experimenten. Wil je graag wat ondersteuning bij jouw strijd tegen duizendknoop ruigte? Neem vrijblijvend contact op met Sus Willems. 

Auteur: Sus Willems, Duizend Knopen Ontward, https://www.duizendknopenontward.com/(opent nieuw venster) 

Biologische bestrijding van Aziatische duizendknopen met Japanse bladvlo

Sinds 2019 loopt in Nederland het onderzoek “#uitde1000knoop” naar biologische bestrijding van Aziatische duizendknopen met de bladvlo Aphalara itadori. Dit insect is een natuurlijke vijand van de duizendknoop in Japan. Het onderzoek leidde tot een primeur in Nederland: voor het eerst werd ontheffing verleend voor het loslaten van een exotische biologische bestrijder van invasieve planten. Bijna vier jaar sinds de eerste uitzetting is duidelijk dat de bladvlo in Nederland kan overwinteren, overleven en zich voort kan planten. Hoewel het nog niet gelukt is stabiele populaties te vestigen, zijn er hoopvolle resultaten geboekt.

Biologische bestrijding maakt gebruik van een natuurlijke vijand om een plaagsoort te bestrijden. Binnen Europa wordt biologische bestrijding al volop gebruikt in de glastuinbouw. Invasieve exotische planten hebben hun eigen natuurlijke vijanden (herbivoren en pathogenen) achtergelaten in hun oorsprongsgebied. De in het nieuwe gebied aanwezige vijanden zijn vaak onvoldoende effectief voor succesvolle beheersing. Bij biologische beheersing van invasieve exotische planten wordt daarom, na zorgvuldige selectie en risicoanalyse en met toestemming van de autoriteiten, een geschikte natuurlijke vijand uit het gebied van oorsprong geïmporteerd en uitgezet. Dit is bijna altijd een soort die alleen goed kan leven op de te bestrijden plant. Buiten Europa is het een vaak toegepaste bestrijdingsmethode, maar in Europa is deze methode voor het beheersen van invasieve exotische planten nog weinig gebruikt. 

Biologische bestrijding van japanse duizendknopen met bladvlo krulling en groeiremming (Suzanne Lommen - Universiteit Leiden)

Biologische bestrijding met bladvlo

Jaren geleden hebben onderzoekers van de internationale organisatie CABI uit het Verenigd Koninkrijk een aantal natuurlijke vijanden in Japan geïdentificeerd en geselecteerd als mogelijke en veilige biologische bestrijders van invasieve duizendknoopsoorten voor in Europa. De bladvlo Aphalara itadori werd geselecteerd omdat deze uitsluitend van duizendknoopplanten leeft en in het laboratorium duidelijk schade veroorzaakte aan deze planten. Na een strenge toetsing is ook in het veld geëxperimenteerd met Aphalara itadori. De uitkomsten van dit Engelse onderzoek vormden de aanleiding om ook in Nederland een onderzoek te starten naar de mogelijkheden voor biologische bestrijding van duizendknoop als aanvulling op andere methoden. Na uitvoerige risicoanalyses en toelatingsprocedures heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in de zomer van 2020 een ontheffing verleend voor het uitzetten van de bladvlo in de Nederlandse natuur. Dit was een primeur, want nooit eerder was er bewust een biologische bestrijder van invasieve exotische planten in Nederland geïntroduceerd. 

De bladvlooien werden eerst verzameld in het Japanse Murakami en eenmaal in Nederland in kassen verder opgekweekt. Uit experimenten bleek de betreffende populatie bladvlooien het beste te groeien en de meeste impact te hebben op de basterdduizendknoop (een kruising van de twee invasieve soorten Japanse en Sachilinse duizendknoop). Daarna zijn de bladvlooien op drie veldlocaties met basterdduizendknoop uitgezet: in een berm van de gemeente Amsterdam, in een natuurgebied in Lage Mierde en op een afvalwaterzuiveringsterrein in Zeist. Het doel was om te onderzoeken of de bladvlo in Nederland kan overleven en zich kan voortplanten. De bladvlooien zijn vier keer uitgezet: een keer in het najaar van 2020 om de overwintering te bestuderen en nog drie keer in de periode mei-september 2021 om de voortplanting te onderzoeken. Sindsdien zijn de locaties meermaals intensief gemonitord. 

Resultaten

De onderzoeksresultaten zijn gemengd. Uit de monitoring blijkt dat de bladvlo in het veld in Nederland kan overleven, overwinteren en voortplanten. Helaas was de populatiegroei onvoldoende om stabiele populaties te kunnen vestigen; op alle drie de locaties nam de populatie ieder jaar sterk in omvang af. Ondanks de kleine aantallen bladvlooien is wel schade aangetroffen op duizendknoopplanten op de proeflocaties. De bladvlooien remmen de groei van de duizendknoop en er treedt bladkromming op. Kleine duizendknoopplanten kan de bladvlo zelfs doden. Dit biedt kansen voor het beheersen en bestrijden van jonge, opkomende duizendknoopplanten in de hergroei. Het consortium onderzoekt de mogelijkheden om dit in praktijk te testen.

Vervolg?

Dankzij dit #uitde1000knoop-onderzoek is biologische bestrijding van invasieve planten meer onder de aandacht gekomen. Mits goed toegepast, vormt biologische bestrijding de minst milieubelastende en meest effectieve bestrijdingsmethode die er is, stelt ook het IPBES. Inmiddels is het consortium onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor de inzet van  biologische bestrijding van de aquatische invasieve exoten watercrassula (Crassula helmsii) en grote waternavel (Hydrocotyle ranunuculoides). In het VK heeft CABI hiertegen al natuurlijke vijanden in het veld uitgezet. Het consortium doet nu aanvullend onderzoek naar de geschiktheid en veiligheid van deze soorten voor Nederland. Bij positieve resultaten zal ook voor de soorten een ontheffing worden aangevraagd voor het loslaten in de Nederlandse natuur.

Auteurs: Gino van Maaren, Joyce Penninkhof (Stichting Probos) & Suzanne Lommen (Universiteit Leiden), mei 2024

Biologische bestrijding van japanse duizendknopen met bladvlo (Jaike Bijleveld - Gemeente Amsterdam)

De private sector aan het woord

In de volgende artikels laten wij enkele private spelers aan het woord. De redactie van ExotenNet wenst te benadrukken dat wij geen van deze methoden naar voor schuiven als een wondermiddel. Wij volgen steeds het advies dat gegeven wordt door de Vlaamse instanties, Agentschap Natuur en Bos en Instituut Natuur en Bos onderzoek. Deze redactie wenst wel een forum te geven aan alle actoren in het veld. De nieuwsflash van ExotenNet is er in eerste instantie om kennis te delen en zoveel mogelijk methodieken uit het veld te demonstreren en toe te lichten. Wij dragen als redactie geen verantwoordelijkheid voor de commerciële spelers die aan het woord zijn. 

Duurzaam Bestrijden van Japanse Duizendknoop door Bevriezing

De bevriezingsmethode voor de bestrijding van de Japanse duizendknoop biedt een duurzame oplossing voor een langdurig probleem. Deze techniek maakt gebruik van cryogene technologie om de wortels en stengels van de invasieve plant te doden door ze bloot te stellen aan extreem lage temperaturen.

Hoe werkt het?

De innovatieve bevriezingsmethode wordt aangeboden door Tibach(opent nieuw venster), een bedrijf dat gespecialiseerd is in duurzame bestrijdingstechnieken. Tibach heeft een machine ontwikkeld die de groei-haarden van de Japanse duizendknoop effectief kan bestrijden met behulp van een gesloten koelsysteem.

De bevriezingsmethode maakt gebruik van een mix van vrieslansen en ingegraven leidingwerk. Vrieslansen worden verticaal in de diep gewortelde moederhaarden geplaatst, waardoor de koelvloeistof direct naar de diepere worteldelen van de plant wordt geleid. Voor de ondieper groeiende wortels worden leidingen horizontaal in de bodem aangebracht. Dit zorgt voor een uitgebreide bevriezing van zowel diepe als ondiepe wortels. De aanwezige fragmenten van Japanse duizendknoop, die zich binnen een ijslichaam bevinden, zijn niet meer levensvatbaar. Door de vernietigde celstructuur kunnen de wortelstokken niet meer uitlopen. De methode werkt met een gesloten systeem, zodat de bodem niet in aanraking komt met de koelvloeistof, wat de impact op de natuur minimaliseert.

Doelstelling en eindresultaat

  • Op korte termijn: Japanse duizendknoop verminderen in oppervlakte 

  • Op lange termijn: verminderen van Japanse duizendknoop ruigtes

Hoe ecologisch is deze methode?

Deze bevriezingsmethode is milieuvriendelijk omdat er geen chemicaliën worden gebruikt en de koelvloeistof biologisch afbreekbaar is. Dit zorgt ervoor dat de methode minimale impact heeft op het milieu. Bovendien richt de bevriezing zich uitsluitend op de Japanse duizendknoop, terwijl inheemse planten ongemoeid blijven. 

TIBACH Bestrijding Japanse duizendknoop door bevriezing ( André Evers - TIBACH)

Hoe wordt de methode in de praktijk toegepast?

Door het leidingwerk horizontaal in de bodem aan te brengen, kan een oppervlakte tot 200 vierkante meter met één behandeling worden aangepakt. Indien een combinatie van verticaal en horizontaal leidingwerk noodzakelijk is, wordt het te behandelen oppervlak wat kleiner. Het is belangrijk dat ook de kleinste wortelfragmenten worden bevroren, aangezien slechts 0,7 gram van een actieve wortelstok voldoende is voor een nieuwe besmettingshaard.

Voorbeeld project(en)

De effectiviteit van deze methode is aangetoond door onafhankelijk onderzoek uitgevoerd door Wageningen Universiteit en Research (WUR). Het onderzoek toont aan dat de extreme kou de celstructuur van de wortels en stengels vernietigt, waardoor deze niet meer levensvatbaar zijn. Een gedetailleerd effectiviteitsrapport is beschikbaar via de volgende link: effectiviteitsrapport van de Universiteit van Wageningen(opent nieuw venster) (Nederlandstalige versie onderaan in de pdf).

Kostprijs

De kosten zijn nog onbekend, het is afhankelijk van de situatie.

Voor- en nadelen van deze methode

Voordelen:
  • Effectiviteit: De methode doodt de wortels en stengels van de Japanse duizendknoop effectief, waardoor hergroei wordt voorkomen.
  • Milieuvriendelijk: Geen gebruik van chemicaliën en een biologisch afbreekbare koelvloeistof minimaliseren de impact op het milieu.
  • Selectief: Bevriezing richt zich uitsluitend op de Japanse duizendknoop en laat inheemse planten ongemoeid.
  • Uitbreidbaarheid: Met de nieuwste technieken kunnen grotere gebieden met één behandeling worden aangepakt, wat de kosten en tijdsinvestering vermindert.
Nadelen:
  • Complexiteit: De installatie van vrieslansen en leidingwerk vereist specifieke technische kennis en apparatuur.
  • Kosten: Hoewel voordeliger op lange termijn, kunnen de initiële kosten hoger zijn dan traditionele methoden.
  • Langs de oevers: Ook langs de oevers kunnen leidingen ingegraven worden, maar na bevriezing duurt het ongeveer 3 tot 4 weken alvorens deze opnieuw verwijderd kunnen worden. 
  • Hergroei: Wortelstokken die niet bevroren geweest zijn, kunnen teruggroeien.
  • Mogelijke aantasting inheemse begroeiiing: Er is geen sluitend bewijs dat inheemse planten ongemoeid blijven bij gebruik van deze methode.
  • Energiekosten en ecologische impact: Om bevriezing mogelijk te maken is veel energie nodig. Ook dit heeft natuurlijk een impact op het milieu en de kosten van de methoden.

Een toepassing aangeboden door

Voor meer informatie over deze innovatieve techniek en hoe deze kan worden toegepast op uw terrein, kunt u contact opnemen met Tibach of de dealer in België, Pivabo. Samen kunnen we bijdragen aan een duurzame en effectieve bestrijding van de Japanse duizendknoop.

TIBACH Bestrijding Japanse duizendknoop (André Evers - Tibach )

Elektrocutie van Japanse duizendknoopruigtes

Heijmans Dienstverlening(opent nieuw venster) is gespecialiseerd in het beheer en de bestrijding van invasieve exoten en biedt dankzij verschillende bestrijdingsmethodieken altijd een passende oplossing voor uw probleem. Het bedrijf voert eerst een inventarisatie op locatie uit om een duidelijk beeld van de situatie te krijgen, waarna een advies en offerte volgen om een helder beeld te schetsen. In dit artikel geven we een toelichting over onze elektrocutiemethode. 

Hoe werkt het?

De bestrijdingsmethode middels elektrocutie werkt door het toedienen van hoogspanning (3000 tot 5000 volt) aan de wortels van de plant zonder te graven. Een gecertificeerde bediener gebruikt een handlans om de hoogspanning selectief toe te dienen aan de plant. Het vocht in de stengels van de plant geleidt de spanning naar de wortels, waardoor deze beschadigd worden.

Doelstelling en eindresultaat
  • Op korte termijn: Japanse duizendknoop verminderen in oppervlakte 

  • Op lange termijn: Onbekend

Elektrocutie van duizendknoopruigtes door de firma Heijmans (Heijmans)
Hoe ecologisch is deze methode?

Deze elektrocutiemethode is gifvrij en veroorzaakt geen schade aan het bodemleven. Bovendien heeft het geen invloed op verkeersregelinstallaties, treinseinen en wissels, wat het een veilige keuze maakt voor diverse gevoelige locaties.

Hoe wordt de methode in de praktijk toegepast?

De elektrocutiemethode wordt vooral toegepast op locaties waar graven niet mogelijk of duur is, zoals in kwetsbare natuurgebieden, kades, historische constructies en moeilijk bereikbare locaties. De apparatuur is op een rupsvoertuig geplaatst om de bestrijding ook op moeilijk bereikbare plekken mogelijk te maken.

Voorbeeld project(en)

Voor specifieke voorbeelden van projecten kunt u de link naar het demonstratiefilmpje raadplegen waarin de bestrijding middels elektrocutie wordt getoond. Deze methode heeft zich bewezen in diverse situaties waar traditionele graafmethoden niet toepasbaar waren.

Kostprijs

Prijsindicatie (2023): circa €80 per m2

De kostprijs wordt bepaald door de duur en het aantal behandelingen dat nodig is. 

 Voor- en nadelen van deze methode

Voordelen:
  • Milieuvriendelijk: Gifvrij en milieuvriendelijk.
  • Selectief:  Geen schade aan het bodemleven.
  • Omgevingsimpact: Geen invloed op verkeersregelinstallaties, treinseinen of wissels.
  • Breed toepasbaar: Toepasbaar op moeilijk bereikbare en gevoelige locaties.
  • Mechanisch: Selectieve bestrijding mogelijk zonder graven.
Nadelen:
  • Kostprijs: Mogelijk hogere kosten dan traditionele methoden.
  • Specialistenwerk: Vereist gespecialiseerde apparatuur en gecertificeerde bedieners.
  • Lange termijn: Effecten op lange termijn ongekend.

Een toepassing aangeboden door

Heijmans Dienstverlening biedt diverse gifvrije bestrijdingsmethodieken aan voor de bestrijding van invasieve exoten. Een van de meest innovatieve methodieken is de bestrijding middels elektrocutie.

Voor meer informatie over de diensten van Heijmans Dienstverlening en de mogelijkheden voor uw project, kunt u contact opnemen via de volgende kanalen:

Meer leesvoer rond deze methode: 

Roots Reset met CleaRoot-granulaat

Roots Reset® (opent nieuw venster) is een bewezen effectieve methode om invasieve soorten zoals de Japanse duizendknoop volledig en op natuurlijke wijze te bestrijden. Deze methode verrijkt de bodem met het plantaardige product CleaRoot® en dekt het daarna zuurstofdicht af, waardoor de wortels van de invasieve soorten afsterven en de biodiversiteit van de bodem herstelt. Met meer dan 250 succesvolle behandelingen in Noordwest-Europa, is Roots Reset® een gepatenteerde en milieuvriendelijke oplossing van Soilwise(opent nieuw venster).

Hoe werkt het?

Roots Reset® werkt door de bodem te verrijken met CleaRoot®-granulaat en deze daarna zuurstofdicht af te dekken. CleaRoot® voedt specifieke microben (anaerobe bacteriën) die snel groeien en alle beschikbare zuurstof in de grond verbruiken, waardoor het zuurstofniveau binnen twee dagen daalt tot minder dan één procent. Deze zuurstofarme omstandigheden zijn schadelijk voor de wortels van invasieve soorten, waardoor ze afsterven. Tegelijkertijd neemt de biodiversiteit van nuttige microben in de bodem toe, wat de bodem vitaal en weerbaar maakt voor nieuwe aanplant.

Doelstelling en eindresultaat

  • Op korte termijn: Japanse duizendknoop volledig bestrijden binnen één behandeling

  • Op lange termijn: Ecologische herstellen van de biodiversiteit in de bodem en uitroeien van Japanse duizendknoop ruigtes 

Hoe ecologisch is deze methode?

Roots Reset® is een milieuvriendelijke methode die geen gebruik maakt van chemische middelen of intensief energieverbruik. Het granulaat CleaRoot® is volledig natuurlijk, vrij van additieven, contaminanten, ziekteverwekkers en genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). De methode bevordert het herstel van bodemgezondheid en biodiversiteit zowel boven als onder de grond.

Hoe wordt de methode in de praktijk toegepast?

Het hands-on team van specialisten van Soilwise begint met een intake en geeft advies over hoe u Roots Reset® in uw specifieke situatie het beste kunt toepassen. 

Links: vitale Japanse duizendknoop voor een behandeling met Roots Reset. Rechts: afgedode wortels na een behandeling met Roots Reset (Roots Reset® - Matthijs Varekamp)
Het CleaRoot®-granulaat wordt uitgestrooid over de locatie (Roots Reset - Matthijs Varekamp)

De praktische toepassing van Roots Reset® omvat de volgende stappen:

  1. Verwijderen van bovengrondse plantendelen, bijvoorbeeld met een maai-zuig combinatie.
  2. Frezen van de grond om de bovenste laag wortels te versnipperen.
  3. Uitstrooien van CleaRoot®-granulaat op de grond.
  4. Mengen van het granulaat in de grond door diepspitten.
  5. Afdekken van de grond met een zuurstofdichte barrière (folie)
  6. Nieuwe groen aanplant aanbrengen na afronding van het proces en verwijdering van de afdekking.

Daarnaast meet Soilwise gedurende het Roots Reset®-proces verschillende indicatoren, zodat men een goed beeld heeft en houden van het verloop. Op deze manier kan Soilwise adviseren over het moment van afronden van de behandeling. 

Voorbeeld project(en)

Project Zonhoven, Vlaanderen

In Zonhoven, Vlaanderen, heeft een projectontwikkelaar met succes de Roots Reset® methode toegepast om Japanse duizendknoop te bestrijden op een bouwlocatie. Na de behandeling kon de projectontwikkelaar verdergaan met de bouw van huizen, terwijl de biodiversiteit van de bodem hersteld werd.

Situatie vooraf met Japanse duizendknoop in Zonhoven (Roots Reset® - Matthijs Varekamp)
Situatie na de behandeling met Roots Reset in Zonhoven (Roots Reset® - Matthijs Varekamp)
Nationaal Park De Maasduinen

Staatsbosbeheer heeft de Roots Reset® methode toegepast in Nationaal Park De Maasduinen om de Japanse duizendknoop op twee locaties te bestrijden. De behandeling was succesvol en heeft geleid tot een blijvende afwezigheid van de invasieve plant, waarbij de bodem direct weer bruikbaar werd en ingezaaid werd met een natuurlijk kruidenmengsel.

Situatie vooraf bij Nationaal Park De Maasduinen (Roots Reset® - Matthijs Varekamp)
Situatie na de behandeling met Roots Reset: geen Japanse duizendknoop meer (Roots Reset® - Matthijs Varekamp)

Kostprijs

Prijsindicatie (2023): situatieafhankelijk
 

Voor- en nadelen van deze methode

Voordelen:
  • één behandeling: Bewezen volledige bestrijding van Japanse duizendknoop in één behandeling.
  • Milieuvriendelijk: Milieuvriendelijk en zonder chemische middelen.
  • Ecologisch herstel: Herstel van bodemgezondheid en biodiversiteit. Relatief snelle doorlooptijd naar een gezonde bodem zonder invasieve soorten.
  • Mechanisch: Gemakkelijk toepasbaar zonder afgraving en afvoer van grote hoeveelheden grond.
  • Kosten: Lage kosten in vergelijking met andere mechanische methoden.
  • Maatwerk: Specifieke aanpak mogelijk voor bijna elke situatie.
Nadelen:
  • Periode: De methode vereist een wat hogere bodemtemperatuur, waardoor de start meestal tussen half maart en eind november ligt.
  • Doorlooptijd: De doorlooptijd van het proces varieert van 6 tot 12 maanden, waarvan in ieder geval 6 maanden in de warmere periode van het jaar.
  • Kosten: Hoewel voordeliger op lange termijn, kunnen de initiële kosten hoger zijn dan traditionele methoden.

Een toepassing aangeboden door

Roots Reset® wordt aangeboden door Soilwise(opent nieuw venster) , een bedrijf dat nauw samenwerkt met groenaannemers. Deze methode wordt ingezet voor grondeigenaren zoals gemeenten, provincies, spoorwegbeheerders, havens, waterschappen, projectontwikkelaars en gronddepots.

Voor verdere vragen en technische ondersteuning kunt u contact opnemen met Soilwise, die u kunnen adviseren over de toepassing van Roots Reset® in uw specifieke situatie.

Voor meer informatie, neem contact op met:

Matthijs Varekamp – Japanse duizendknoop-specialist

+31 85 040 8018

matthijsvarekamp@soilwise.nl 

Meer leesvoer rond deze methode: 

 Definitieve bestrijding Japanse duizendknoop door in-situ of ex-situ thermische behandeling

Haemers Technologies is een Belgisch technologiebedrijf gevestigd in Brussel dat al tientallen jaren wereldwijd actief is in in-situ en ex-situ bodemsaneringen op basis van thermische desorptie. Concreet betekent dit dat de bodem homogeen wordt opgewarmd tot aan de temperatuur waarop de verontreiniging (bv minerale olie) overgaat naar de gasfase. Deze verontreinigde dampen worden dan op een gecontroleerde manier aan de grond onttrokken en op de gepaste manier nabehandeld.

Enkele jaren geleden werd het bedrijf zelf geconfronteerd met Japanse duizendknoop op hun terrein en werd er beslist om testen uit te voeren op de bestrijding van de plant met hun eigen technologie. In samenwerking met KU Leuven werden labotesten opgestart om de temperatuur en tijdsduur van de behandeling te bepalen. Op basis van de kennis die werd opgedaan, volgden er een ex-situ test in een container en een in-situ test in Heerlen (NL) die werden opgevolgd en gevalideerd door KU Leuven.

Opstelling Heerlen Verhitten van de bodem Haemers technologies (Haemers technologies - Bart Vermeiren)

Hoe werkt het?

Een buizensysteem wordt verticaal in de grond aangebracht in een specifiek patroon. In de buizen wordt warmte opgewekt, die geleidelijk aan op basis van conductiviteit de grond errond zal opwarmen tot de gewenste temperatuur, waarop de celstructuur van de wortelstokken definitief wordt beschadigd. Het volstaat om de grond voor 3 dagen op 50°C of 1 dag op 80°C te brengen, om hergroei van de Japanse duizendknoop te voorkomen.

Doelstelling en eindresultaat

De behandeling via deze technologie richt zich volledig op het ondergronds wortelstokkennetwerk. Het doel is in een korte behandelingsperiode (enkele weken) alle rhizomen in de vooraf bepaalde zone definitief te beschadigen. Na de behandeling kan de biodiversiteit zich opnieuw herstellen en wordt economische schade aan infrastructuur voorkomen.

Hoe ecologisch is deze methode? 

Aangezien elke verwarmingsbuis een verwerkingsunit is die afzonderlijk kan worden aangestuurd, kan er heel gericht te werk worden gegaan en wordt de ecologische impact geminimaliseerd. Bij de in-situ behandeling in Heerlen werd een jaar na de behandeling een duidelijke terugkeer van de biodiversiteit vastgesteld (zie foto’s).

Hoe wordt de methode in de praktijk toegepast?

Nadat de te behandelen zone in kaart is gebracht, dient eerst de bovengrondse biomassa van de plant verwijderd te worden. Dan wordt het buizensysteem aangebracht en de grond opgewarmd tot de gewenste temperatuur en voor de vereiste tijdsduur. Nadat de behandeling is afgerond, laat men de zone afkoelen en worden de buizen verwijderd. De totale behandeling duurt enkele weken en is afhankelijk van de grootte van de plant.

Voorbeeld project(en)

Zie artikel van Prof. Koenraad Van Meerbeek in Natuurfocus (2023, nr.3).(opent nieuw venster)

Kostprijs

De kosten van de behandeling zijn afhankelijk van de grootte van de groeihaard en de specifieke eigenschappen van de locatie waar de Japanse duizendknoop staat.

Voor- en nadelen van deze methode

Voordelen:
  • Korte termijn effect: Effectief volledige eliminatie van Japanse duizendknoop op korte termijn mogelijk.
  • Geen roering: Geen roering van de grond bij in situ toepassing zodat er geen kans is op verdere verspreiding door transport van besmette grond.
  • Geen hinder: Geen hinder tijdens het proces (geluid, geur, transport).
  • Eenmalig een relatief grote ingreep.
  • Flexibel schaalbaar en aanpasbaar.
  • Homogene opwarming door conductiviteit zodat de volledige zone op de gewenste temperatuur wordt gebracht.
  • Voorspelbaar resultaat.
Nadelen: 
  • Maatwerk: de behandeling dient steeds uitgevoerd te worden door de gespecialiseerde firma en is op maat van de locatie van de groeihaard.
  • Beperkingen van de locatie zelf: de mogelijkheid bestaat dat de installatie niet kan worden aangebracht door de positionering van bepaalde obstakels (o.a. nutsleidingen).
  • Kosten: Hoewel voordeliger op lange termijn, kunnen de initiële kosten hoger zijn dan traditionele methoden.

Co-evolutie van invasieve duizendknopen: enkele observaties

Amerikaanse vogelkers is in de Antwerpse Kempen niet meer invasief. De reden hiervoor is dat pathogenen die vrij in ons milieu voorkomen, de verdediging doorbroken hebben, en niet alleen de invasiviteit afremmen, maar oude bomen zelfs laten afsterven. Een spectaculair voorbeeld hiervan is het Soldatenbos te Kessel, foto’s op deze link Sterfte Amerikaanse vogelkers Soldatenbos(opent nieuw venster) en  Soldatenbos sterfte Amerikaanse vogelkersen(opent nieuw venster) . Observaties leren dat ook invasieve duizendknopen soms aangetast worden door pathogenen en dit wordt ook wetenschappelijk beschreven. Pathogenen kunnen samen met hop en bosrank een soort ecologische sarcofaag ontwikkelen over een duizendknoopvegetatie. Voorbeelden hiervan zijn te zien te Lier/Leuvensevest, langs de boorden van Grote Nete. Foto’s op deze link Ecologisch sarcofaag(opent nieuw venster)

Enkele ziekmakers die in beeld komen; 

Ik blijf bepaalde evoluties opvolgen, en het zou geweldig moest dit extra aandacht krijgen.  

Volg Duizend Knopen Ontward via Facebook(opent nieuw venster) of LinkedIN(opent nieuw venster)  en blijf op de hoogte van de experimenten. Wil je graag wat ondersteuning bij jouw strijd tegen duizendknoop ruigte? Neem vrijblijvend contact op met Sus Willems. 

Auteur: Sus Willems, Duizend Knopen Ontward, https://www.duizendknopenontward.com/(opent nieuw venster) 

Pathogenen op duizendknoopruigtes (Sus Willems - Duizend Knopen Ontward)

ExotenNet-agenda

Save-The-Date LIFE RIPARIAS: Internationaal congres

Op dinsdag 10 december 2024 vindt het LIFE RIPARIAS Congres plaats

Thema: "𝐈𝐧𝐧𝐨𝐯𝐚𝐭𝐢𝐯𝐞 𝐓𝐨𝐨𝐥𝐬 𝐚𝐧𝐝 𝐀𝐩𝐩𝐫𝐨𝐚𝐜𝐡𝐞𝐬 𝐟𝐨𝐫 𝐭𝐡𝐞 𝐌𝐚𝐧𝐚𝐠𝐞𝐦𝐞𝐧𝐭 𝐨𝐟 𝐁𝐢𝐨𝐥𝐨𝐠𝐢𝐜𝐚𝐥 𝐈𝐧𝐯𝐚𝐬𝐢𝐨𝐧𝐬",

Alle exotenbeheerders welkom voor een samenkomst met experten, discussies over innovatieve beheermethoden en strategieën in het beheer van invasieve, uitheemse soorten. En… om de nieuwste beheerkennis op te doen uit het veld.

📅 Datum: 10 december 2024

📍 𝐋𝐨𝐜𝐚𝐭𝐢e: Leefmilieu Brussel, Tour & Taxis, Avenue du Port 86C/3000, 1000 Brussels, Belgium

✉️ 𝐂𝐨𝐧𝐭𝐚𝐜𝐭: info@riparias.be

📝 𝐑𝐞𝐠𝐢𝐬𝐭𝐫𝐚𝐭𝐢e: Open op https://www.riparias.be/(opent nieuw venster) vanaf 2 September 2024

Volg de projectpagina(opent nieuw venster) van LIFE RIPARIAS voor meer info

Internationaal congres LIFE RIPARIAS 10 december 2024 (LIFE RIPARIAS)

25 september 2024: Handvaten voor een uitvoerbaar exotenbeheerplan!
 

Praktische opleiding voor lokale besturen en terreinbeheerders: Hoe pak je exotenbeheer als beheerder van een gebied (overheid of privaat) aan? Welke soorten verdienen waar en wanneer prioriteit in jouw exotenbeheerplan? Die weloverwogen keuze maak je aan de hand van voorwaarden uit de regelgeving, in combinatie met de soorten die effectief in jouw gebied voorkomen en overlast veroorzaken. Natuurlijk wil je ook weten waar je je advies kan halen en wil je kunnen inschatten of je aanpak efficiënt en betaalbaar is. 

Praktijkdag ExotenNet 2023, Tom Willocq, Provincie Oost-Vlaanderen (Tom Willocq, Provincie Oost-Vlaanderen)

De provincie Limburg en het Provinciaal Natuurcentrum Limburg brengen minstens één keer per jaar alle Limburgse gemeenten, betrokken Limburgse natuuractoren en hun vrijwilligers samen om kennis uit te wisselen over Invasieve Uitheemse Soorten. Ook in 2024 staan er enkele boeiende topics op het programma. 

Programma

  • PRIUS-Rapport: een praktische toelichting door Nicolas Pardon (ANB)
  • Japanse Duizendknoop - voorbeeld aanpak door de stad Genk door Rik Brys (Stad Genk)
  • Japanse Duizendknoop - voorbeeld aanpak Witbeek door Christel Bouchet (Provincie Limburg)
  • Overzicht methodes inventariseren Invasieve Uitheemse Soorten + gebruik data door Tim Adriaens (INBO)
  • Verslag gewestelijk overleg IUS: Belangrijkste mededelingen door Christel Bouchet (Provincie Limburg) 
  • Laatste nieuwtjes en bevindingen IUS door Thomas Impens (Provinciaal natuurcentrum)

Locatie
Provinciaal Natuurcentrum – Zaal Onder de Blote Hemel
Craenevenne 86, 3600 Genk

Wanneer
3 oktober 2024 – koffie vanaf 8.45 u. tot 13u30 

Duid aan bij het inschrijven of je deelneemt aan de broodjeslunch.

Uitnodiging samen aan de slag? 3 oktober 2024 (Provincie Limburg)

Platform Invasieve Uitheemse Soorten

Samen aan de slag?

Donderdag 3 oktober 2024
Provinciaal Natuurcentrum 

Meer info: 
Thomas Impens : 011 26 54 63 - thomas.impens@limburg.be
Els Luyckfasseel: 011 26 54 97 - els.luyckfasseel@limburg.be

6 september 2024: Exoten in de duinen : wat doen ?

In onze duinen groeien heel wat speciale planten en leven heel wat bijzondere insecten. Verschillende soorten komen bijna enkel in onze duingebieden voor. Onze kustduinen zijn dus van cruciaal belang voor hen.

Onze duinen staan echter helaas sterk onder druk, onder andere door woekerplanten. Deze planten, ook wel Invasive Alien Species (IAS) genaamd, komen langs de volledige Vlaamse kuststrook voor en verdrukken er de lokale duinnatuur. Met LIFE DUNIAS laten we inheemse soorten opnieuw floreren in ons uniek duingebied door de woekerplanten te verwijderen. 

LIFE DUNIAS doet echter meer dan kustduinen herstellen en wil ook geïnteresseerde beheerders de natuur in onze kustduinen laten kennen. 

Vanavond dus theorie, morgen praktijk.

7 september 2024: Exoten in de duinen : wat doen ?

In onze duinen groeien heel wat speciale planten en leven heel wat bijzondere insecten. Verschillende soorten komen bijna enkel in onze duingebieden voor. Onze kustduinen zijn dus van cruciaal belang voor hen.

Onze duinen staan echter helaas sterk onder druk, onder andere door woekerplanten. Deze planten, ook wel Invasive Alien Species (IAS) genaamd, komen langs de volledige Vlaamse kuststrook voor en verdrukken er de lokale duinnatuur. Met LIFE DUNIAS laten we inheemse soorten opnieuw floreren in ons uniek duingebied door de woekerplanten te verwijderen. 

LIFE DUNIAS doet echter meer dan kustduinen herstellen en wil ook geïnteresseerden de natuur in onze kustduinen laten kennen. Tijdens deze excursie, onder begeleiding van wilde bijen-expert Maarten Wielandts, gaan we op zoek in de Warandeduinen. We besteden aandacht aan zowel de algemene als de zeldzame soorten.

De theorie van gisteravond wordt omgezet in praktijkles.