Leefgebied en trend
De Snor heeft in Europa een verbrokkeld verspreidingsgebied, met hoge aantallen in enkele zeer uitgestrekte moerasgebieden. In Vlaanderen blijft de soort een zeldzame broedvogel. Tijdens de vorige atlasperiode (2000-2002) werd de populatie geschat op 9-20 territoria. In de periode 2013-2018 werden tussen de 16 en 44 territoria vastgesteld. Sinds de start van het BBV-project in 1994 werden over het algemeen jaarlijks vrij sterk fluctuerende aantallen vastgesteld, maar recent lijkt er sprake van een toename. Vooral in de IJzervallei werden de laatste jaren opvallend hogere aantallen gemeld. In het Blankaartgebied te Woumen werden tot 2013 doorgaans niet meer dan enkele territoria gemeld. Daarna volgde een toename, met een voor Vlaanderen uitzonderlijk aantal van 17 territoria in 2017. In 2018 werden een 10-tal zangposten vastgesteld. Dat de soort het hier zo goed doet, kan deels toegeschreven worden aan herstel en uitbreiding van moerashabitats in het kader van een natuurinrichtingsproject. Maar ook in gebieden waar ogenschijnlijk weinig veranderd is zoals de Viconia-kleiputten te Stuivekenskerke, steeg het aantal territoria van 0-1 in de periode 1994-2010 naar resp. 7 en 4 in 2017-2018. In andere Vlaamse regio’s zijn gebieden met meer dan 1-2 territoria een zeldzaamheid. Bijna jaarlijks bezette locaties vinden we in de Oosten Middenkust, verschillende gebieden langs de Schelde en haar zijrivieren, in de Dijlevallei, in het Vinne (Zoutleeuw) en in het Vijvergebied Midden-Limburg. Van verschillende territoria is het vrijwel zeker dat er niet gebroed werd en betrof het enkel langdurig zingende mannetjes. In Nederland kent de populatie in de laatste 10 jaar een duidelijk positieve trend met in de atlasperiode (2013-2015) ongeveer 1900-2400 territoria. De aantallen schommelen jaarlijks en vertonen per gebied soms tegengestelde trends als gevolg van een verschillend terreinbeheer. Dat de landelijke stand opveert na neerslagrijke winters in de Sahel, suggereert een verband met de overwinteringsomstandigheden.