Dwergvuurmier

Wasmannia auropunctata

De Dwergvuurmier is een uiterst kleine soort (<2mm). Ze is oranje tot bruin gekleurd. Verder wordt ze gekenmerkt door lange, puntige stekels op het propodeum, 2 knopen en 2 groeven vooraan de kop waarin de antennes kunnen worden platgelegd. Ze is origineel afkomstig van centraal tot Zuid-Amerika en is redelijk algemeen in neotropische laaglandwouden. Naar habitatvoorkeur is het een generalist met een brede amplitude. De Dwergvuurmier komt voor van open; verstoord habitat tot dichte oude bossen, van droog tot nat en van jonge tot mature systemen. Het is een van de meest wijdverspreide invasieve soorten ter wereld en wordt beschouwd als een van ergste invasieve soorten (Lowe et al. 2000; Luque et al. 2013). De soort kan worden geïntroduceerd als contaminant van bodemsubstraat, habitatmateriaal of voedselwaren en als verstekeling bij passagiers- of cargotransport al wordt de kans op vestiging relatief laag geacht. Dwergvuurmieren (evenals de Solenopsis-soorten) hebben een brede impact naar getroffen sectoren toe. Dit kan zich manifesteren naar gezondheid toe, naar infrastructuur, landbouw en biodiversiteit. Ze hebben een grote negatieve impact op de aanwezige mieren- en andere invertebratenpopulaties door middel van competitie en predatie. Inheemse mierensoorten worden bijna voor 100% uitgeroeid. Er zijn ook reeds effecten vastgesteld op reptielpopulaties en vogelkuikens. Myrmecochore planten ondervinden mogelijk ook negatieve effecten. Verder kan deze soort een belangrijke pestsoort worden in urbane en agrarische gebieden. De steek van de Dwergvuurmier is zeer pijnlijk en wordt gevolgd door rode zwelling en kan tevens het hoornvlies aantasten.