Beekdalen in het noorden van Vlaanderen liggen grotendeels in een zandig substraat. Daar zijn bovendien de topografische niveauverschillen niet zo uitgesproken. Het gevolg daarvan is dat ontbossing niet zo’n dramatisch effect had op het hydrologische regime van de beekdalen. De piekigheid van de waterlopen is in ieder geval niet zo uitgesproken als in het zuiden van Vlaanderen. De hoeveelheden meegesleurd sediment zijn zeer klein. De veenafzettingen werden daardoor niet afgedekt en liggen nog steeds aan het oppervlak in het beekdal. Er is geen detailtopografie ontstaan met oeverwallen en komgronden. Dit systeem noemen we Kempisch beekdal, dat ook in de Vlaamse zandstreek in Oost-Vlaanderen en het West-Vlaamse houtland voorkomt.
Deze ecohydrologische typegebieden gebieden vallen onder dit ecologisch systeem. Het gaat om speciale beschermingszones (habitatrichtlijn Natura 2000):
- Vallei van de Zwarte Beek BE2200029-C
- Bosbeekvallei BE2200043-A
- De Maten BE2200028-A
- Roosterbeekvallei BE2200031-G
- Laambeekvallei BE2200031-H
- Itterbeekvallei BE2200034-B
- Vijvergebied Midden Limburg BE2200031-A
- Stamprooierbroek, Mariahof, St. Martensheide, De Luysen en de Zig BE2200033-B
- Hageven BE2200032-B
- Vallei van de Grote Nete Stroomopwaarts Albertkanaal BE2100040-B
- Celguis – Molse nete BE2100040-C
- Duivelskuilen-Belse duinen BE2100040-D
- Keiheuvel-Most/Overmaai BE2100040-A
- Liereman Korhaan BE2100024-A
- Grotenhoutbos Turnhout BE2100017-I
- Markvallei Meerle BE2100020-B
- Vallei van de Drie Beken BE2400014-H