Er dient steeds toestemming verkregen te worden van de terreineigenaar/terreinbeheerder alvorens afschot is toegelaten. De schutter dient een wapenvergunning voor het gebruikte wapen te hebben en dient te beschikken over een jachtverlof. Afschot kan enkel tussen één uur voor zonsopgang en één uur na zonsondergang, tenzij een specifieke afwijking(opent nieuw venster) werd bekomen bij het Agentschap voor Natuur en Bos. voor de uitoefening van bestrijding met vuur-, lucht- en gasdrukwapens worden in voorkomend geval de volgende soorten munitie gebruikt: a) kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de normale trefenergie minimaal 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt voor vuurwapens en kogelpatronen voor getrokken loop met een diameter van minimaal 4,5 mm en een minimale trefenergie van 17 J op 35 m van de loopmond voor gasdrukwapens en luchtdrukwapens; b) kogelpatronen voor gladde loop van het kaliber 20, 16 en 12; c) hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een diameter van 4 mm niet overschrijdt; Het is verboden om de volgende soorten munitie te gebruiken: 1° randvuurkogelpatronen; 2° fosforkogelpatronen; 3° lichtspoorkogelpatronen; 4° patronen met een volmantel en kogels die niet vervormen bij het treffen; 5° loodhagel; 6° zinkhagel.