Het juiste maaiwerktuig kiezen
De meeste maaiwerktuigen zijn ontstaan uit een noodzaak om productiever aan landbouw te kunnen doen en graslanden efficiënter te maaien. Dat maakt dat ze door de eeuwen heen ook een zekere evolutie hebben doorgemaakt. Een constante bij die evolutie is dat er sneller gemaaid kon worden, maar ook dat er krachtigere trekkers noodzakelijk waren om deze werktuigen te kunnen gebruiken. Omdat gewicht recht evenredig toeneemt met kracht is dat niet altijd een voordeel. In natuurgebieden met hooilanden waar de bodems vaak kwetsbaar zijn en bodemverdichting nefast voor de kwetsbare fauna en flora is, is dat gewicht een belangrijk nadeel.
De keuze van een geschikt maaiwerktuig is afhankelijk van:
- De doelstellingen voor het grasland: deze zijn ook hier sterk bepalend voor de keuze van het maaisysteem. Afhankelijk van de draagkracht van de bodem zal een trekker gekozen moeten worden en afhankelijk van het vermogen van de trekker het maaisysteem;
- De mate van verstoring van de grasvegetatie: bij graslanden met een hoge natuurwaarde moet de mate van verstoring zo klein mogelijk gehouden worden. Elk specifiek maaisysteem heeft een invloed op de planten en op de aanwezige insecten, amfibieën of kleine zoogdieren. Afhankelijk van het maaiwerktuig wordt de vegetatie afgesneden of afgeslagen en dat bepaalt of de planten juist snel of traag herstellen;
- De maaihoogte: de maaihoogte waarop de maaimachines de vegetatie afsnijden is meestal instelbaar, maar de hoogte van de vegetatie alvorens deze gemaaid wordt is een bepalende factor. Maaibalken maaien moeiteloos kruidachtige vegetaties tot zelfs twee meter. Cirkelmaaiers raken snel verstopt wanneer de vegetatie hoger is dan 20 cm;
- De maaifrequentie: de maaifrequentie hangt af van de voorop gestelde doelen. Willen we een bestaand vegetatietype behouden dan volstaat een maaibeurt van één keer per jaar misschien, willen we een vegetatietype wijzigen dan kunnen twee tot meerdere maaibeurten nodig zijn om dit te bekomen;
- Het haalbare rendement: hierbij speelt de breedte van het maaisysteem en de kracht van de trekker een rol, maar ook het type maaisysteem is belangrijk. Met een trommelmaaier werkt men sneller dan met een maaibalk. Ook de terreinomstandigheden hebben een invloed op het rendement. Maaien en afvoeren van het maaisel op terreinen met een kwetsbare vegetatie, zal meer tijd vergen;
- De aanwezigheid van mogelijke obstakels: bij langer gras heeft men niet steeds een goed zicht op afval, boomstronken en dergelijke die zich in het grasland kunnen bevinden. Bepaalde maaisystemen zoals de maaibalk raken vrij snel defect indien obstakels tussen de messen geraken (stronken, greppels);
- De gevoeligheid voor slijtage en schade: een messenbalk beweegt steeds van links naar rechts waardoor er veel trillingen optreden. Bepaalde onderdelen raken sneller defect door het continu trillen van de machine. Klepelmaaiers zijn bijvoorbeeld vrij ongevoelig voor breuk, maar hebben wel een paar andere grote nadelen.
De meest gebruikte maaiwerktuigen maaien het gras zonder het te versnipperen zodat het achteraf eenvoudig afgevoerd of gehooid kan worden. Er zijn echter ook maaiwerktuigen waarvan je eerder zou denken dat ze ongeschikt zijn voor het gebruik in natuurgebieden, of om een hoge natuurwaarde in stand te houden. We denken hierbij aan de klepel- en de cirkelmaaier, omdat deze het maaisel zodanig verkleinen dat het achteraf niet of moeilijk afgevoerd kan worden. Toch is het soms noodzakelijk om er gebruik van te maken, bijvoorbeeld omdat ze robuuster zijn dan een messenbalk of een trommelmaaier en beter tegen een stootje kunnen. Hierdoor kunnen we terreinen maaien die teveel obstakels bevatten en waarbij het risico op schade groot is. De meeste van deze maaimachines kunnen uitgerust worden met een systeem om het maaisel te verzamelen en op te vangen waardoor ze toch geschikt zijn om botanische graslanden te maaien. Het maaien en het afvoeren van het maaisel gebeurt dan in één werkgang. Het opzuigen en oprapen van maaisel achteraf zou niet mogelijk zijn omdat het versnipperde maaisel tussen de vegetatie ligt, wat het opruimen onmogelijk zou maken. Het combineren van maaien en opvangen heeft wel als nadelig effect dat het gewicht van het werktuig toeneemt, waardoor er een grotere druk op de bodem komt.