De opbouw van een boomstam
Van buiten naar binnen treffen we in grote lijnen in een boomstam vaak volgende opbouw aan: schors, bast, cambium, spinthout, kernhout en merg. Op de eerste figuur ontdek je deze opbouw op de...
Water is essentieel voor de groei.
Bossen kunnen periodes van droogte overbruggen door de bufferende werking van de vochtvoorraad in de bosbodem of door het sluiten van de huidmondjes in de bladeren. Bij langere droogtes kunnen bomen hun bladeren ook afwerpen om verdere verdamping en uitdroging te voorkomen.
Hoe dan ook, droogteperiodes doen de groei afnemen doordat er minder fotosynthese kan plaatsvinden. Zeker bij jonge bomen met hun nog beperkte wortelgestel.
In onderstaande tabel zie je een reeks boom- en struiksoorten, gerangschikt volgens tolerantie voor waterverzadiging van de bodem van hun zaailingen (naar Niinemets en Valladares, 2006).
Hoe lager de vochttolerantiescore (VTS), hoe minder de soort een waterverzadigde bodem kan verdragen. VTS=0 is geen tolerantie en VTS=5 is maximale tolerantie.
Zo merk je vlug de soorten op die heel natte situaties kunnen verdragen, zoals zachte berk en zwarte els. Wintereik heeft het ook graag wat droger dan zomereik. Grove den ten slotte kan zowel vrij natte als vrij droge situaties aan. Deze soort heeft dus een grote amplitude.