Inrichtingsmaatregelen - deuren
Zoals hoger al aangehaald is het enorm belangrijk de luchtcirculatie tot een minimum te beperken. Dit kan men bekomen door het plaatsen van deuren. Minimaal zouden er steeds 2 deuren geplaatst moeten worden, tenzij er een zeer lange, gebogen gang aanwezig is (meer dan 5 m lang). Door het plaatsen van 2 deuren ontstaat een saswerking en wordt de koude buitenlucht eerst opgewarmd vooraleer hij het binnenste van de ijskelder bereikt. Om het historische karakter van de ijskelder niet teveel te beschadigen, worden de deuren best aangebracht op de positie van de originele deuren.
Afsluiten van de ijskelder met een volledig gesloten deur, zou de luchtcirculatie volledig afsluiten, maar zorgt er ook voor dat vleermuizen niet meer in de ijskelder kunnen. Daarom moet er een invliegopening voorzien worden. Wat de afmeting van de vliegopening betreft, deze dient best zo klein mogelijk gehouden te worden: 10 op 25 à 30 cm. De ervaring leert ons dat deze afmetingen zelfs nog kleiner kunnen, bvb. 5 op 10 à 15 cm. Weliswaar dienen de vleermuizen dan over een aanvliegplankje te beschikken, waar zij tegenaan zullen vliegen en aldus via de opening naar binnen zullen kruipen. Bedenk dat hoe kleiner de opening wordt, hoe kleiner de kans op vandalisme wordt. Deze opening bevindt zich bij de buitendeur en de binnendeur niet op dezelfde hoogte zodat inkomende wind kan vermeden worden (geschrankte invliegopeningen beperken vooral ook inkomende lichtinval en lawaai).
Een bijkomend pluspunt van het plaatsen van deuren is dat vleermuizen tijdens de winterslaap niet verstoord worden. Dit kan ook met het plaatsen van een hek, maar dat heeft niet dezelfde positieve invloed op het interne klimaat van de ijskelder. Een hek kan wel gebruikt worden om de deur te beschermen tegen vandalisme.