Hoe herken ik een laatvlieger in het veld?
Waar luisteren met je detector?
Laatvliegers wonen graag in grote gebouwen in dorpen. De kerkzolder is bij laatvliegers erg in trek als dagslaapplaats. Vanuit het dorp verspreiden laatvliegers zich over het omringende landschap. Daar jagen ze graag langs bosranden, maar ook langs bomenrijen of boven weiden die door runderen begraasd worden. Laatvliegers jagen ook graag rond straatlampen.
Vlieggedrag
De laatvlieger is een grote vleermuis die redelijk traag en niet al te hoog vliegt. Vaak op een hoogte van zo'n 5 tot 10 meter. De vleugels zijn breed. In de vlucht maakt het dier een grote indruk. De vlucht lijkt meer op die van een uiltje. Laatvliegers en rosse vleermuizen kan je met een detector goed van elkaar onderscheiden (zie verder), maar ook op zicht is het verschil in vliegsnelheid en de breedte van de vleugels goed te zien. De laatvlieger vliegt trager en heeft bredere vleugels dan de rosse vleermuis. In een filmpje hieronder zie je hoe een laatvlieger boven straatlampen jaagt, op het jaagpad langs een rivier in open landelijk gebied.
De geluiden van de laatvlieger
De sonar van de laatvlieger bestaat uit gelijke roepen waar de toon eerst snel zakt van hoog naar laag, en dan een tijdje bij de laagste toon of frequentie blijft. De laagste toon bij 25 kHz is meteen ook de beste keuze om de laatvlieger met je detector te beluisteren. De vorm van de roep zie je goed in het sonogram hieronder :
Hieronder hoor je de geluiden van een laatvlieger die rond een alleenstaande boom in een park jaagt. De detector staat ingesteld op 25 kHz, de beste frequentie voor de laatvlieger. Het onregelmatige ritme is een goed kenmerk van deze soort. Het ritme lijkt soms wat op dat van een tapdanser Your browser does not support the audio tag. Spektakel is ook verzekerd bij het observeren van laatvliegers die uit een kerkzolder vliegen, zoals in deze opname. De frequentie kan dan iets hoger zijn. De detector staat nu op 30 kHz: Your browser does not support the audio tag.
Tips voor de gids
Ken je een kolonie op de zolders van een kerk, kasteel of abdij in de buurt, dan is het een buitenkansje om met je groep de uitvliegers waar te nemen. Laatvliegers zijn grote vleermuizen en het is best wel spectaculair om die uit de zolder te zien komen of een grote bende langs een bomenrij in het dorp te zien voorbijkomen. De kolonies vliegen iets later uit dan rosse vleermuizen of dwergvleermuizen, meestal pas vanaf zo'n 30 minuten na zonsondergang. Probeer te achterhalen waar de laatvliegers uit je buurt graag komen jagen. Stippel een traject uit dat langs deze jachtplekjes voert. Het kan een bosrand zijn, maar evengoed een felle straatlantaarn bij een boerderij waar vee in de weiden staat en er wat bomenrijen te vinden zijn. Kort na uitvliegen kan je de laatvliegers nog met het blote oog zien tegen een heldere avondhemel. Nadien, als het helemaal donker wordt, kan je ze met een felle zaklamp proberen te vinden en volgen.